ONTWERP.
11 September 1907.
Tegenwoordig de heeren J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VER-
SCHRAAGE, W. j. SLECHTRIEM, L. j. STAAL, J. R. baron
VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, A. A. A.
MEEUWESEN, L. A. M. VAN MIERLO, jhr. mr. A. REIGERS
MAN, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, P. A. F. DE
BONT, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, A. P. SCHELTUS en
de nieuwbenoemde burgemeester mr. E. P. VAN LANSCHOT,
voorzitter.
Afwezig de heeren E. H. A. GIJLJÉ, W. G. H. ROMBOUTS,
J. A. J..W. VAN HAL en mr. W. INGENHOUSZ.
Twee vacatures.
De voorzitter, de heer wethouder SCHELTUS, opent de
vergadering en deelt mede, dat zijn ingekomen berichten van
de heeren Van Hal en mr. IngenHousz, dat zij verhinderd
zijn deze vergadering bij te wonen, de eerste wegens onge
steldheid en de laatste wegens uitstedigheid.
De voorzitter stelt voor, de vaststelling der notulen
van het verhandelde in de 'vergadering van 3 September 1907
tot eene volgende vergadering aan te houden.
Waartoe besloten wordt.
De voorzitter noodigt alsnu den secretaris uit voorlezing
te willen doen van het koninklijk besluit van 21 Augustus
1907, no. 46, waarbij de heer mr. E P. van LANSCHOT is
benoemd tot burgemeester dezer gemeente.