310 11 September 1937. Hieraan voldaan zijnde en nadat tevens is voorgelezen de verklaring van den heer commissaris der Koningin in Noord- Brabant, dat door den benoemde op heden in zijne handen de vereischte eeden zijn afgelegd, wordt de nieuwe titularis aan den raad en wederkeerig de raad aan den benoemde door den voorzitter voorgesteld. De voorzitter houdt alsnu ongeveer de volgende toe spraak „Mr. Van Lanschot 1 Nu door U in handen van den „commissaris der Koningin de bij de wet gevorderde eeden „zijn afgelegd, is het oogenblik genaderd, waarop door U de „betrekking van burgemeester van Breda en voorzitter van „dezen raad kan worden aanvaard. „Voordat ik U daartoe in de gelegenheid stel, zij het mij „echter vergund, enkele woorden tot U te mogen richten. „Het is voor mij eene aangename taak, U de gelukwenschen „te mogen overbrengen van den raad, nu het Hare Majesteit „de Koningin behaagd heeft, U te roepen tot de eervolle, „belangrijke, maar ook moeitevolle taak van burgemeester van „Breda. „Belangrijk is deze taak in groote mate, niet alleen om „het groote getal inwoners, dat Breda telt, waarvan gij de „eerste burger zult zijn, maar ook om de vele behoeften, „wenschen, ja soms eischen, door de bevolking gesteld. „Wanneer gij eenigen tijd in ons midden zult hebben door gebracht en door uw optreden getoond zult hebben, dat uw „hart warm klopt voor de belangen van Breda en zijne inwo ners en dat gij hun vertrouwen waardig zijt, zullen de leden „der bevolking in grooten getale tot U komen, om uw raad, „hulp en bijstand in te roepen, want nog altijd, zooals sinds „vele eeuwen, is de burgemeester, die het vertrouwen der „burgers geniet, in vele gevallen de raadsman voor die men- „schen. „Maar nog meer dan deze dagelijksche bemoeiingen, zult „gij andere belangrijke zaken te vervullen hebben, welke „rechtstreeks betrekking hebben op de welvaart der gemeente. „Ik behoef slechts te wijzen op de omstandigheid, dat gij „weldra geroepen zult zijn de laatste hand te leggen aan de „voorbereiding van het electrisch tramverkeer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 310