28 September 1907.
319
Wat nu betreft het slaan der klok, deelt spreker mede, dat
burgemeester en wethouders daarvoor hebben aangewezen die
uren, welke zij meenen, dat het meest noodzakelijk waren.
Deze uren zijn te 6, 8, 12, 1 en 4 uur. De inrichting van den
toren is van dien aard, dat het doen slaan der klok heel wat
bezwaren oplevert. Daartoe zou een werkman, die er mede
belast wordt, telkens 90 treden moeten beklimmen. Wanneer
dus ieder half uur de tijd moest wordeii aangegeven, dan zou
die man den heelen dag op en neer moeten loopen.
De heer MEEUWESEN doet opmerken, dat de door hem
verkregen inlichtingen eenigszins anders zijn. Voor het doen
slaan der klok is het niet noodig, dat men tot bij de klok
klimt. Dat kan geschieden beneden in den toren, door het
bevestigen van een touw aan den klepel.
Een feit is het, dat de tijden al zeer onregelmatig worden
aangegeven. Het geschiedt door ée werklieden, die met de
reparatie der klok belast zijn, doch die menschen doen dat
zeer ongeregeld. Deze week heeft de klok bijna heelemaa!
niet geslagen. Resumeerende komt spreker tot de conclusie,
dat zeer gemakkelijk aan het verzoek der kamer van koophandel
en fabrieken zou kunnen voldaan worden.
De voorzitter zegt, dat hem de inlichtingen deze week
zijn verstrekt door den stads-uurvverkmaker. Vooral des Zon
dags is het toch zeker niet noodig, dat de uren worden aan
gegeven. Spretoer stelt derhalve voor het schrijven van de
kamer van koophandel en fabrieken te verzenden aan burge
meester en wethouders ter afdoening.
De heer MEEUWESEN zegt, dat hij daartegen geen bezwaar
heeft, als daarbij aan de wenschen der kamer kan worden
tegemoet gekomen.
De heer VAN KEPPEL acht deze zaak van weinig belang,
waar men op verschillende punten der stad nog 3 andere goed-
loopende uurwerken heeft, n.l. een aan de ambachtsschool,
een op St. Joost en een op het oude-mannenhuis. Het publiek
kan zich dus heel goed naar deze klokken regelen. Overigens
komt het spreker voor, dat de werkzaamheden aan het uurwerk
op den grooten toren reeds te ver gevorderd zijn, om thans
nog ingrijpende maatregelen in overweging te nemen.