32 7 Februari 1907. daan om de belangen der gemeente Breda te helpen bevorderen. Spreker hoopt, dat het hem in zijn nieuwen werkkring moge welgaan, dat hij dat ambt met lust en ijver moge waarnemen en dat hij er in slagen zal ook daar de belangen dezer ge meente voor te staan. Wat betreft het ontslag als heemraad van het heemraadschap van de Mark en Dintel, wijst spreker erop, dat dit ontslag moet verleend worden door de Koningin, zoodat de koninklijke be slissing moet worden afgewacht, alvorens in deze vacature te kunnen voorzien. Spreker stelt verder voor het onderwerpe- lijk schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 2. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij, met het oog op de omstandigheid, dat de heer mr. M. P. M. van Dam eene der in art. 23 der gemeentewet uitgesloten betrekkingen heeft aangenomen en alzoo heeft opgehouden lid van den raad te zijn, in overweging gevende een tijdelijken wethouder te benoemen, totdat voorzien zal zijn in de open gevallen plaats in den raad. De voorzitter stelt voor tot deze benoeming over te gaan en verzoekt den heeren Scheltus en Rombouts als stemopnemers te willen fungeeren. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 19 stemmen, waarvan 7 op den heer mr. P. M. E. Bloemarts, 6 op den heer H. A. Sassen, 5 op den heer mr. W. IngenHousz en 1 op den heer J. J. L. TeychinÉ. Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, wordt tot eene tweede vrije stemming overgegaan, waarvan de uitslag is, dat worden uitgebracht op den heer Bloemarts 7 en op de heeren Sassen en IngenHousz ieder 6 stemmen. Aangezien thans weer geene volstrekte meerderheid is ver kregen en de meeste stemmen over meer dan twee personen zijn verdeeld, wordt overeenkomstig de bepalingen van het reglement van orde, tot eene derde stemming overgegaan, waarvan de uitslag is, dat worden uitgebracht op den heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 32