28 September 1907. 323 Voormeld voorstel houdt verband met ons tweede voorstel, „n.l. om te wijzigen de verordening tot regeling van de rangen „en de jaarwedden der ambtenaren ter gemeente-secretarie te „Breda. Gemeenteblad no. 83). „In die verordening staat, dat aan het hoofd van de afdeeling „nationale militie en schutterij, en van de afdeeling burgerlijke „stand en bevolking commiezen staan, wier jaarwedde min stens 1200,— en hoogstens 1400,— bedraagt. „Het is niet meer te zeggen, welke tak van dienst, buiten dien „van den hoofdcommies ter algemeene secretarie, de meeste „waarde heeft voor de administratie, en daarom wenschen wij „te streven naar uniformiteit van bezoldiging der commiezen, „waardoor tevens het groote voordeel verkregen wordt, dat „ieder ambtenaar werkzaam kan worden gesteld daar, waar „het belang van den dienst dit vordert, zonder dat daardoor „diens financieele vooruitzichten worden geschaad. „Ter verduidelijking diene, dat de persoon, die eenmaal den „heer Wijmer zal vervangen, wanneer hij tevens ambtenaar van den burgerlijken stand zal zijn, een minimum-salaris zal ge nieten van 1000,—, al had hij, volgens artikel 2 der veror dening, daarop nog geen aanspraak verkregen. „De voorgedragen matige verhooging van bezoldiging der „ambtenaren ter secretarie, vervat in de hierbij gevoegde ver ordening, is gegrond op het volgende „De groote uitbreiding, welke de gemeente-administratie in „de laatste jaren ondergaan heeft, heeft de taak der secretarie- „ambtenaren aanmerkelijk verzwaard. „Er wordt van hen, meer dan vroeger, studie, kunde en „werkzaamheid geëischt. „Het is dan ook regel, dat wanneer alhier een commies noodig „is, de voorwaarde wordt gesteld, dat hij is gediplomeerd door „de Nederlandsche vereeniging voor gemeentebelangen. „Maar ook elders geschiedt dat en tracht men, door de „noodzakelijkheid gedwongen, goede krachten naar zich toe te „halen, wat oorzaak is, dat, ter wille van hoogere bezoldiging, „goede secretarie-ambtenaren de gemeente verlaten hebben, „al worden zij dan ook weer door goede vervangenmaar „daarbij mag de vraag gesteld worden: Voor hoelang? Ge stadige afwisseling van personeel belemmert den goeden „gang der administratie. „Daarbij komt de algemeene beweging, welke er bestaat,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 323