28 September 1907.
329
deeling Breda van den Nedcrlandschen aannemersbond, waar
in verzocht werd de vaste bruggen beweegbaar te maken. Dat
adres werd toen gezonden om advies aan de kamer van koop
handel en fabrieken, wier advies gunstig luidde.
Nadien is dc zaak opnieuw behandeld in de raadszitting van
4 Meij.I., waarin besloten werd, aan den gemeente-architect op
te dragen de noodige teekeningen met begrooting van kosten
in gereedheid te brengen. Waar sedert dit besluit bijna 5
maanden zijn verioopen, zonder dat de raad dienaangaande
iets naders heeft vernomen, wenscht spreker de vraag te stel
len, of thans binnen betrekkelijk korten tijd de noodige voor
stellen kunnen worden tegemoet gezien.
De voorzitter antwoordt hierop, dat aan het verzoek
met cenigszins bekwamen spoed zal worden voldaan.
De heer MEEUWESEN dankt den voorzitter voor de gedane
toezegging.
De voorzitter schorst de openbare vergadering, welke
alsnu overgaat in eene met gesloten deuren.
Na heropening der vergadering, stelt de voorzitter aan
de orde het navolgende ontwerp-besluit tot vaststelling ecner
rooilijn aan den Wilhelminasingel, luidende
„De raad der gemeente Breda-,
„Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders
„Gelet op art. 13 der bouwverordening;
„Besluit:
„dat de rooilijn aan den Wilhelminasingel vanaf het perceel
sectie B, no. 5294 tot aan het perceel sectie B, no. 4036,
„waarop staat de watertoren, wordt vastgesteld op 5 M. achter
„de grenslijn tusschen den Wilhelminasingel sectie B, no. 5505
„en 5342 en de perceelen sectie B, nos. 5341, 5522, 4146, 4058,
„4055, 4056, 4049, 4047, 4045, 4044, 4043, 4038 en 4037."
Dit besluit, in stemming gebracht, wordt aangenomen met
14 tegen 2 stemmen.