ONTWERP. 26 October 1907. Tegenwoordig de heeren mr. W. INGENHOUSZ, A. A. A. MEEUWESEN, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, P. A. F. DE BONT, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, W. O. H. ROM- BOUTS, A. P. SCHELTUS, W. J. SLECHTRIEM, L.J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, J. LIJDSMAN, jhr. mr. A. REI GERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ en A. J. A. VERSCHRAAGE. Afwezig de heeren E. H. A. GULJÉ, J. A. J. W. VAN HAL, L. A. M. VAN MIERLO en H. A. SASSEN. Twee vacatures. Voorzitter: de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT,burge meester. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de no tulen van het verhandelde in de vergadering van 28 September 1907, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het regle ment van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toege zonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daar van verlangt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken. 1. Adres van het bestuur der sociaal-technische vereeniging van demokratische ingenieurs en architecten te 's-Gravenhage, d.d. 5 October 1907, verzoekende het daarheen te willen leiden, dat de bepalingen omtrent verfwerk in de bestekken, betref fende de voor rekening der gemeente uit te voeren werken, zoodanig worden gewijzigd, dat het gebruik van loodhoudende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 331