332 26 October 1907. verfstoffen worde uitgesloten en dat, voor in eigen beheer uit te voeren verwerken, genoemde verfstoffen eveneens worden geweerd. De voorzitter stelt dit adres aan de orde. De heer MEEUWESEN zegt het volgende Mijnheer de voorzitter, vergun mij naar aanleiding van dit request eenige opmerkingen te maken. Ik doe dit te meer, omdat over dit punt ook in andere ge meenteraden, voornamelijk door socialistische raadsleden, is gesproken. De heer Helsdingen is n.l. in den Arnhemschen gemeen teraad de campagne in dezen vorm tegen het loodwit be gonnen. Zulks schijnt deel uit te maken van het programma van de sociaal-democratische partij en nu wil ik gaarne erkennen, dat op dit programma punten van sociale hervorming voorkomen, die nuttig en zelfs noodig zijn en medewerking verdienen, waarvoor ik bij in achtneming van recht en billijkheid steeds te vinden ben, doch in menig opzicht wordt sterk overdreven. Zoo is het ook hiermede. Immers, zouden wij niet veel meer voor dit request voelen, wanneer we de daarin bedoelde loodvergiftigingsgevallen ook in eigen stad hadden waargenomen, en dit is niet het geval, omdat loodvergiftiging uiterst zelden voorkomt, en, als dit al eens geschiedt, herstelling spoedig weer intreedt. Enkele gevallen hebben zich wel eens voorgedaan, voorna melijk in havenplaatsen, maar dan bij personen, die, elk begrip van gewone voorzorg trotseerend, bij het afkrabben van scheepswanden het daarbij ontwikkelde loodhoudende stof in betrekkelijk groote hoeveelheden binnenkregen. Doodelijke gevolgen zijn hierover niet bekend. Loodhoudende verfstoffen zijn zeer zeker vergiften, maar met hoevele andere en veel giftiger stoffen gaan niet in en buiten de chemische fabrieken de arbeiders om, en om bij het schil dersbedrijf te blijven, ook de meeste kleurverven zijn giftig, daar zij arsenicum bevatten, evenals b.v. voor behangers de meeste behangselpapieren, die men toch ook zonder nadeelige gevolgen op de muren van woonkamers aanbrengt. De eenige vorm, waarin het loodwit gevaarlijk is, is de poe- dervorm, waarbij verstuiving ontstaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 332