334
26 October 1907.
bedoelde gevaar inderdaad van weinig beteekenis bij regle
menteering van het gebruik, de economische zijde wijst erop
het loodwit onverminderd te handhaven.
Ik dank u, mijnheer de voorzitter, dat ik deze opmerkingen
over dit actueele vraagstuk heb mogen maken, en veroorloof
mij voor te stellen het bedoelde request voor kennisgeving
aan te nemen.
De heer HEIJLAERTS zegt, dat er wel geen enkel medicus
zal gevonden worden, die zou durven beweren, dat loodver-
giftiging zeldzaam voorkomt. Spreker meent dan ook tegen
deze uitdrukking van den heer Meeuwesen met een enkel
woord te moeten protesteeren.
Loodvergiftiging komt vrij gemakkelijk en zeer dikwijls voor.
Zelfs door de loodhoudende buizen van de waterleidingen zijn
verscheidene slachtoffers gevallen. Loodvergiftiging is persé
chronisch. Het lood accumuleert zich in het lichaam; de hoe
veelheden worden steeds grooter, daarna komen de loodkolie-
ken en dan is het mis.
Het aantal personen, dat aan loodvergiftiging lijdt, is niet
gering; vooral in de laatste levensperiode van den mensch
treft men die kwaal dikwijls aan.
Spreker erkent, dat lood een onmisbaar metaal is en dat,
met goede voorzorgsmaatregelen, het gevaar voor vergiftiging
wel eenigszins kan beperkt worden. De gevolgen daarvan
zijn echter inderdaad erg.
De heer VAN KEPPEL heeft met belangstelling de discussie
over dit onderwerp aangehoord, omdat het ook hem voorkomt,
dat de zaak ernstige overweging verdient. Spreker meent, dat
de heer Heijlaerts verzuimd heeft bepaalde gevallen te noe
men van vergiftiging door het gebruik van loodwit, als verf
stof.
Het loodwit acht spreker voorloopig onmisbaar, zooals ook
blijkt uit een artikel, dezer dagen opgenomen in een bouw
kundig weekblad. Daarin wordt aangetoond, dat het verbod,
om loodhoudende verf te gebruiken, eerst dan gerechtvaardigd
zou zijn, als er eene andere stof gevonden is, die de lood
houdende verf zou kunnen vervangen.
Tot nog toe is zoodanige stof niet gevonden.
Ook dient men af te wachten het rapport van de loodwit-
commissie, die van regeeringswege is ingesteld, om deze zaak