26 October 1907.
335
te onderzoeken. In ieder geval dient men voorzichtig te zijn
en het gebruik van loodwit vooralsnog niet af te schaffen.
De heer HEIJLAERTS zegt, dat door hem wel geene be
paalde gevallen van loodvergiftiging zijn genoemd, doch hij
behoeft slechts enkele boekwerken uit zijne bibliotheek op te
slaan, om aanstonds verschillende gevallen te kunnen aantoonen.
Als men goede voorzorgsmaatregelen neemt, kan men zich
wel tegen die kwaal vrijwaren, doch de gevallen, dat bij
voortdurend gebruik van loodwit vergiftiging ontstaat, zijn
volstrekt niet zeldzaam.
De heer MEEUWESEN meent, dat men in ieder geval het
rapport van de loodwitcommissie en de door die commissie te
doene voorstellen zal dienen af te wachten.
Spreker geeft toe, dat bij voortdurend gebruik van loodwit
zich gevallen van vergiftiging kunnen voordoen, doch gevallen
van ernstigen aard zijn zeer zeldzaam. Van verschillende
medici heeft spreker dan ook vernomen, dat zij geene speciale
gevallen wisten op te noemen. Wordt het gebruik van lood
wit verboden, dan zal men daarvoor eene andere stof of sur
rogaat in de plaats moeten stellen.
De voorzitter geeft in overweging dit adres aan te hou
den. Er is dezer dagen nog ingekomen een adres van den
bond van schilderpatroons, waarin het tegendeel wordt be
weerd van datgene, waarop het verzoek van adressanten
steunt.
Dientengevolge acht spreker het gewenscht, beide adressen
te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ten
einde daarop tegelegenertijd advies uit te brengen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
2. Adres van de afdeeling „Breda" van den bond van Ne-
derlandsche gemeente-werklieden, d.d. 27 September 1907,
daarbij bezwaren inbrengende tegen de regeling van de loonen
der werklieden.
De voorzitter stelt dit adres aan de orde.
De heer MEEUWESEN wijst erop, dat het adres wel in
eenigszins curieusen vorm is opgesteld, doch dat men in aan
merking dient te nemen van welke zijde het adres komt. Spre-