336 26 October 1907. ker meent, dat het adres niet wel geschikt is voor directe be handeling, doch thuis behoort bij de behandeling der gemeen te-begrooting. Spreker is het in dit opzicht eens met hetgeen de heer Van keppel daarover in het midden heeft gebracht, toen de loon regeling der gemeente-werklieden aan de orde was. Nu dit request komt als uitvloeisel van die regeling, stelt spreker voor, het stuk aan te houden tot bij de behandeling der begrooting. Aangezien dit voorstel niet voldoende wordt ondersteund, geeft de voorzitter in overweging het adres te verzenden aan burgemeester en wethouders om prae-advies. De heer TEYCHINÉ stelt voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van den dag, en zulks op grond van den onaangenamen toon, waarin het adres is opgesteld. De voorzitter erkent, dat de toon van het adres wel wat te wenschen overlaat, doch men dient in aanmerking te nemen, dat het adres komt van ongeletterde menschen. Boven dien komt men er niet verder mede, want adressanten zullen dan wellicht terugkomen met een nieuw adres, dat door een ander is opgesteld. De heer TEYCHINÉ doet opmerken, dat dit adres blijkbaar ook niet door den voorzitter of den secretaris der vereeniging is opgesteld. De heer REIGERSMAN is het eens met den heer TeychinÉ. De raad kent nu toch den inhoud van het verzoek en kan als- nu, zoo noodig, bij de begrooting met de wenschen der werk lieden rekening houden. Spreker stelt mitsdien voor, het adres voor kennisgeving aan te nemen. Dit voorstel, alsnu in stemming gebracht, wordt aangenomen met 10 tegen 5 stemmen. Vóór stemden de heeren Ingenhousz, Heijlaerts, Rombouts, Scheltus, Slechtriem, Staal, Van Keppel, Lijdsman, Rei gersman en Teychiné. Tegen waren de heeren Meeuwesen, Smits, De Bont, Bloemarts en Verschraage.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 336