26 October 1907. 357 hetwelk dienaangaande door twee verschillende commissiën is ingesteld. Daarom wordt er eene vereeniging opgericht in het belang der volkshuisvesting. De concurrentie, waarop de heer De Bont doelt, acht spre ker de gezondste concurrentie, die men hebben kan. Het betreft hier eene maatschappij, welke uitsluitend ten doel heeft de verbetering van de volkshuisvesting. Het maken van winst is absoluut uitgesloten. Dat verbiedt de wet. Dat er behoefte bestaat aan gezonde woningen, bewijst de algemeene sympathie, welke de commissie geniet. Reeds thans is een bedrag van 25 000,— bij particulieren geplaatst, verdeeld in aandeeltjes van 100,—. Bovendien treedt de gemeente slechts op als commissionair, daar zij het geld van de gemeente terugkrijgt. Spreker meent dan ook het voorstel zeer te kunnen aanbevelen. De heer SMITS geeft te kennen, dat hij zal stemmen voor het voorstel, als burgemeester en wethouders overtuigd zijn, dat het gemeentebelang er niet door geschaad wordt. De heer MEEUWESEN wijst erop, dat het hier eene zaak geldt van sociaal belang en wil de aandacht gevestigd zien op woningen van 1,— a 1 25. De heer BLOEMARTS betoogt, dat de raad door de aanne ming van het voorstel nog niet gebonden is. Daardoor is nog niet uitgemaakt, welke woningen er gebouwd moeten worden. Ook het rijk moet de plannen doen onderzoeken. Daarmede is belast het rijkscollege van bijstand, hetwelk in deze een onpartijdig advies zal uitbrengen. Door den heer Meeuwesen is terecht opgemerkt, dat het eene zaak is van sociaal belang en wel van zeer gewichtigen aard. In dat belang mag wel een offer worden gebracht, waar ook van particulieren een offer wordt gevergd. Spreker deelt niet de zienswijze van den heer de Bont, dat het bouwen dezer woningen zal strekken ten nadeele van par ticulieren. Doch ook, al ware dit het geval, dan zou dit niet het directe gevolg zijn van de oprichting der vereeniging. Hetzelfde zou zich voordoen, wanneer door het gemeente bestuur krachtig de woningwet werd uitgevoerd. Doch dan moeten er eerst woningen worden gebouwd, om in de behoefte te voorzien. Spreker meent dan ook, dat de raad dit voorstel gerust kan aannemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 357