26 October 1907. 359 „moeten vervangen worden door vloeren van gewapend „beton e. „dat de trapgaten in de vloeren dusdanig ten opzichte „van elkander worden geplaatst, dat daardoor geene „werking, bij eventueelen brand, als van een schoorsteen „wordt bemerkt „dat op de perceelen sectic B, no. 3431, 3432 en 5130 „verder niet meer mag worden gebouwd g. „dat indien van deze voorwaarden gebruik wordt ge- „maakt, een gewijzigde teekening in dubbel ter goed keuring moet worden aangeboden aan burgemeester „en wethouders, binnen 14 dagen na dagteekening dezer." Zonder eenige bedenking wordt gemeld ontwerp besluit goedgekeurd. 21. Schrijven van den heer J. W. van Marle, te's-Graven- hage, concessionaris van den ontworpen stoomtramweg van Breda over Tcrheijden naar Zevenbergen met zijtak van Tcr- heijden over Made naar Geertruidenberg, verzoekende zijne aan vrage om subsidie in de kosten van aanleg van bedoelde tram lijnen bij de staten dezer provincie te willen ondersteunen. De voorzitter vraagt, of de raad bereid is, op dit ver zoek in te gaan. De heer SCHELTUS meent, dat vroeger besloten is, de sub sidie te verleenen aan hem, die van den minister de conces sie zal verkrijgen. Nu is het toch niet mogelijk een verzoek te steunen, zoolang men niet weet, dat de concessie door den minister zal verleend worden. De heer BLOEMARTS wijst erop, dat men dan nooit een stap verder zal komen. De aanvrager moet zich eerst verze keren van de subsidie der provincie en van de verschillende gemeenten, alvorens de minister eene beslissing neemt. Als er anderen komen, dan kan de gemeente ook deze aanvragen steunen. Spreker meent, dat de raad volkomen handelt in den geest van het voorwaardelijk raadsbesluit, door dit verzoek te steunen. De heer MEEUWESEN vraagt, of de raad zich hierdoor geen partij zou stellen. Als men zich wendt met een adres

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 359