ONTWERP. 23 November 1907. Tegenwoordig de hcercn J. J. L. TEYCHINÉ, A. A. A. MEEU- WESEN, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, mr. W. INGEN- HOUSZ, P. A. F. DE BONT, nir. P. M. J. E. BLOEMARTS, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J LIJDSMAN en jhr. mr. A. REIGERSMAN. Afwezig de heeren E. H. A. GULJÉ, J. A. J. W. VAN HAL en A. J. A. VERSCHRAAGE. Drie vacatures. Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT, burgemeester. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 26 October 1907, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan ver langt, of ccnige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. De heer ROMBOUTS doet opmerken, dat op pagina 357 van de gedrukte notulen in de slotzinsnede van het door den voor zitter gesprokene blijkbaar eene drukfout voorkomt, waar ver meld is, dat de gemeente slechts als commissionair optreedt, daar zij het geld van de gemeente terugkrijgt. Er behoorde te staan, dat de gemeente het geld van het rijk terugontvangt. De voorzitter erkent de juistheid dezer opmerking en stelt voor, de notulen dienovereenkomstig te wijzigen. Met inachtneming dezer wijziging worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 365