368 23 November 1907. De voorzitter stelt voor, deze rapporten voor kennis geving aan te nemen en ze op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis te brengen. Waartoe besloten wordt. 4. Adres van E. H. van den Akker en W. Hackstroh alhier, d.d. 30 October 1907, verzoekende verbetering van de bestrating, de verlichting, het politietoezicht en de wegruiming van vuilnis in een gedeelte van de Parkstraat en het Wilhel- tninapark. De voorzitter stelt voor, dit adres te verzenden naar burgemeester en wethouders om prae-advies. Waartoe besloten wordt. 5. Schrijven van het college van regenten van het oudc-man- nenhuis alhier, d.d. 26 October 1907, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de begrooting van ontvangsten en uitgaven van gemeld gesticht voor het dienstjaar 1908. De voorzitter stelt voor, deze stukken te stellen in han den eener commissie van drie leden tot onderzoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde, en nadat de raad zijn verlangen heeft te kennen gegeven, dat de voorzitter die commissie leden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren F. J. M. Heijlaerts, jhr. mr. A. Reigersman en W. J. Slechtriem. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het toe kennen van gratificatiën aan werklieden, die 25 jaren in dienst der gemeente zijn, luidende als volgt „Sinds vele jaren wordt aan werklieden bij de gasfabriek, „wanneer zij vijf en twintig jaren trouw en eerlijk gediend „hebben, eene gratificatie van 25,— met diploma uitgereikt. „Het komt ons billijk voor, dat ook eene gelijke gratificatie „worde toegekend aan de werklieden, die in de andere takken „van den gemeentedienst werkzaam zijn. (gemeentewerken, „gemeentereiniging, beplantingen, enz.) „Naar aanleiding hiervan hebben wij de eer u in overweging „te geven, ons te machtigen, in het algemeen aan gemeente- „werklieden alhier, die dit, op voordracht van het hoofd van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 368