370 23 November 1907. Dc heer REIGERSMAN handhaaft zijne opinie en wijst erop, dat de maatschappij van nijverheid maar éénmaal per jaar ver gadert, terwijl het dagelijksch bestuur tweemaal per week vergadering houdt. De heer LljDSMAN voelt veel voor het denkbeeld van den heer Reigersman. De man kan na zijn jubileum, doch vóór November komen te overlijden. Daarom dient de uitkeering op den jubileumdag te geschieden. De voorzitter meent, dat dit in de praktijk wel eenige moeielijkheid zou knnnen opleveren, daar burgemeester en wethouders toch niet dagelijks vergaderen. De heer HEIJLAERTS wenscht splitsing van het voorstel, in dien zin, dat het diploma zal worden uitgereikt op den dag zelf en de 25,— in het najaar. De heer REIGERSMAN doet het voorstel, om de uitkeering te doen geschieden zooveel mogelijk op den herdenkingsdag. De heer SASSEN ondersteunt dit voorstel. De heer SCHELTUS is vóór het voorstel van burgemeester en wethouders, wijl dit is in het belang van den werkman. Het voorstel van den heer REIGERSMAN wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 9 tegen 6 stemmen. Vóór stemden de lieeren Teychiné, Meeuwesen, Heijlaerts, IngenHousz, De Bont, Slechtriem, Sassen, Lijdsman en Reioersman. Tegen waren de heeren Smits, Bloemarts, Rombouts, Scheltus, Staal en Van Keppel. Met inachtneming van dit besluit en aangevuld met de be paling, dat het besluit tevens zal gelden voor de werklieden, die later in dienst der gemeente treden, in verband met de opmerking van den heer VAN KEPPEL, wordt het voorstel van burgemeester en wethouders alsnu zonder verdere beden king goedgekeurd. 7. Adres van mr. H. R. van Maasdijk, in hoedanigheid van curator in het faillissement van E. A. T. M. de Bruijne, en van J. H. Bouman, in hoedanigheid van directeur der naamlooze vennootschap „Tramwegmaatschappij Breda-Mast-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 370