23 November 1907. 373 De heer HEIJLAERTS heeft daar geen bezwaar tegen. De man verkeert in zoodanige omstandigheden, dat hij die gratifi catie zeer goed gebruiken kan. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten het verzoek van adressant toe te staan. 12. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, met overlegging van het bericht van het hoofd der school en van het advies van den arrondissements-schoolopziener, ter benoe ming tol onderwijzeres aan de openbare school voor kosteloos onderwijs aan de Kloosterlaan alhier voordragende 1°. mejuffrouw L. M. J. Marijnissen, 2°. e. c. j. van Dijck, 3". J. E. L. C. Reulinq. Wordt overgegaan tot stemming. De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Rom- bouts als stemopneniers te willen fungeeren. Er worden uitgebracht J5 stemmen, waarvan 11 op mejuf frouw Van Djjck en 4 op mejuffrouw Marijnissen. Zoodat mej. E. C. j. van Dijck, thans onderwij zeres te Roosendaal, is benoemd tot onderwijzeres aan de openbare school voor kosteloos onderwijs aan de Kloosterlaan alhier, op de aan die betrekking verbonden jaarwedde, overeenkomstig de verordening, regelende de bezoldiging van het onderwijzend per soneel aan de openbare lagere scholen in deze gemeente, in te gaan met den dag harer infunctie treding en met bepaling, dat de benoemde, eervol ontslag verlangende, het verzoek daartoe minstens drie maanden te voren behoort in te dienen. 13. Adres van W. F. Meeuwissen c.s., allen eene bezol digde betrekking bekleed hebbende bij de dienstdoende schut terij, verzoekende eene tegemoetkoming op gelijken voet, als voor Bongers is vastgesteld. De voorzitter stelt voor, dit adres te verzenden aan burgemeester en wethouders om prae-advies. Waartoe besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 373