23 November 1907.
377
Het afmaken van honden door middel van strychnine, zooals
dit thans geschiedt, heeft over de laatste 40 maanden aan de
gemeente gekost 22 cent. Deze niclhode is zeer goed en vol
strekt niet pijnlijk. Waarom zou de gemeente dan eene andere
methode moeten gaan toepassen, die geld kosten zal
Spreker wenscht niet in de hand te werken, dat liefhebbe
rijen, door anderen opgezet, zoodra men die moede wordt, ten
laste der gemeente worden gebracht. Indertijd hebben we ook
de zwanen cadeau gehad en deze kosten aan de gemeente
jaarlijks 100,—.
De heer INGENHOUSZ wenscht aan de beide deskundigen
de vraag te stellen, welk middel het meest doelmatig is.
De heer ROMBOUTS kan verzekeren, dat strychnine, wan
neer die goed wordt toegepast, niet het minste lijden veroor
zaakt. Spreker ziet niet in, waarom dus eene andere wijze
tot het dooden van honden zou moeten gevolgd worden.
De heer HEIJLAERTS zegt, dat bij hem verschillende be
weegredenen bestaan, om de gedane aanbieding toe te juichen.
Strychnine is een van de sterkste vergiften; het wordt in handen
gesteld van onbevoegden en er wordt geen controle uitgeoefend
op de toepassing.
Bij onvoldoende hoeveelheid toegediend, sterft het dier onder
de vreeselijkste pijnen.
Spreker haalt als voorbeeld aan, hoe een aan hem toebe-
hoorend hondje, dat nog kort te voren in de nabijheid van de
mestvaalt was geweest, onder verdachte ziekteverschijnselen
en na hevig lijden was gestorven.
De kosten van asphyxiatie zijn miniem en men is er zeker
van, dat het beest dan niets lijdt. Spreker stelt derhalve voor,
het aangeboden toestel te aanvaarden.
De heer ROMBOUTS repüceerende, zegt, dat de strychnine
aan de gemeente-mestvaalt met de meeste zorg wordt toege
past en met evenveel zorg wordt bewaard. Het vergift wordt
bewaard in eene metalen bus, welke bus behoorlijk achter slot
geborgen is. Als overal met vergiften zoo zorgvuldig werd
omgegaan, als in dit geval op de mestvaalt, dan zouden er
nooit vergissingen plaats hebben.
Het is spreker niet bekend, wat de oorzaak is geweest van
den dood van het hondje van den heer Heijlaerts, doch hij