ONTWERP. 14 December 1907. Tegenwoordig de heeren J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VER- SCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, A. A. A. MEEUWESEN, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, P. A. F. DE BONT, mr. P. M. J'. E. BLOEMARTS, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHEL- TUS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN en jhr. mr. A. REI GERSMAN. Afwezig de heeren E. H. A. GULJÉ en J. A.J. W. VAN HAL Drie vacatures. Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT, burgemeester. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 23 November 1907, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing verlangt, of cenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken. 1. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant d.d. 5 December 1907, G, no. 501, verzoekende spoedige in zending van de gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1908. De heer VAN KEPPEL wijst erop, dat een dergelijk rappel al meermalen hier ter tafel is gebracht. Het schijnt zelfs perio diek voor te komen. De begrooting moet vóór 1 November

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 381