14 December 1907. 385 Er zal we! niemand zijn, die zou willen beweren, dat dit niet tot onderhoud behoort. Zij het geen gewoon onderhoud omdat het misschien niet dagelijks voorkomt, dan maar buitengewoon onderhoud, maar toch onderhoud. Onderhoud, omdat het dient tot het in stand houden van het bestaande, en men zou' het absurd achten om daarvoor geld te gaan Ieenen. Dit blijft doorgaan, ook a! acht men het raadzaam om, nu men toch vernieuwt, [tegelijkertijd het werk te verbeteren, door b.v. wat dikkere planken of eene andere betere houtsoort te gebruiken, maar als het nu eene rioleering op den Haagdijk geldt of eene gasleiding in de Zoutstraat, ofwel de herbestra tingen in de Boschstraat of Nieuwstraat, dan oordeelen bur gemeester en wethouders er anders over, dan gelden die herstellingen voor nieuw werk en daarvoor wil men wel geld leenen. Het cenige verschil, dat ik er in zie, mijnheer de voorzitter, is, dat, wanneer men geld leende voor een nieuwen vloer, men zich belachelijk zou maken, maar voor eene gasleiding in de Zoutstraat, die 9500,— moet kosten, durft men wel voor te stellen om te leenen, vooral omdat het de exploitatiekosten van de gasfabriek te zeer zou drukken, en men vermindert niet gaarne de schijnbaar groote winst van dat bedrijf. Men noemt in dit geval die herstelling van de gasleiding aanleg', osten, ofschoon de aanlegkosten van die leiding misschien al voor 30 of 40 jaar betaald en als zoodanig in rekening gesteld zijn. Zoodoende betaalt men twee- of misschien wel meermalen aanlegkosten voor hetzelfde werk, maarhet komt niet op de exploitatierekening van de gasfabriek en die blijft dus bijzonder geflatteerd. De werken, die ik straks opnoemde, zijn geen nieuwe werken, het zijn herstellingen, verbeteringen misschien, maar ze dienen alleen om in stand te houden en het verder gebruik te verzekeren van vroeger gemaakte werken, en om het bewijs te leveren, dat burgemeester en wethouders in deze geen regel volgen, doch slechts handelen naar de ingeving van het oogenblik of misschien naar den stand van de kas wil ik even wijzen op de inconsequentie, die de raad vinden kan op blz. 4 van de memorie van antwoord; daar stellen burgemeester en wethouders voor om het grootste deel van de kosten der werken aan den Weerijssingel tot een bedrag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 385