14 December 1907. 391 dat de toelating van buitenleerlingen de hooge kosten niet medebrengt. De gemeente heeft daarvan indirect voordeel. De uitgaven voor onderwijs en armwezen zijn noodzakelijk. Spre ker wenscht echter den nadruk te leggen op hoofdstuk UI en hoofdstuk V. De heer VAN KEPPEL sluit zich aan bij het gezegde van den heer Rombouts, dat de gemeente aan de grens is van den hoofdelijken omslag. Dit is juist de reden, waarom niet meer geleend mag worden. Elke gulden, die geleend wordt, moet worden terugbetaald met minstens 1,50. Door al die leenin gen gaat men hoe langer hoe meer achteruit, Laat ons dus zorgen voor de toekomst, zegt spreker. Wat betreft het werk aan den Weerijssingel, heeft spreker aangehaald, dat daarvoor wel geleend mag worden. In de toe komst kan men daarvan vruchten plukken. Waarschijnlijk heeft de voorzitter hem in dit opzicht verkeerd begrepen. Spreker wijst erop, dat de openbare werken tweeërlei posten hebben, namelijk gewone en buitengewone. Deze laatste wil spreker uitstellen, omdat daarvoor geleend moet worden en die posten in zekeren zin als luxe zijn te beschouwen. Er is dus geen sprake van geheel stilliggen. Zelfs een nauwkeurig onderhoud van het beslaande kan zeer goed blijven doorgaan. Wat het onderwijs betreft, geeft spreker toe, dat de kosten daarvan bezwarend zijn, doch wij zitten ermee en 'tis dus een reden te meer om zuinig te zijn. Waar ook die uitgaven steeds toenemen, heeft spreker des te meer angst voor de toekomst en meent hij op bezuiniging te moeten aandringen, daar de gemeente anders haar ondergang tegemoet gaat. Als er gesproken wordt van eene schuld van 2 millioen, dan moet niet uit het oog verloren worden, dat die schuld met 4 millioen moet worden terugbetaald. Spreker kan dan ook niets terugnemen van al hetgeen door hem is gezegd. Den heer DE BONT komt het onbegrijpelijk voor, dat op deze begrooting geen voordeelig slot is geraamd. In het ant woord van burgemeester en wethouders wordt echter gezegd, dat zij 6455,— willen ontleenen aan het batig slot. Er moet dus een batig slot zijn. Waarom is dat niet aangegeven Spreker zou ook gaarne willen weten, waar de winsten van de gasfabriek en de waterleiding zijn geboekt. Op de vraag,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 391