14 December 1907. 393 door het rijk van gemeentelijke hoogere burgerscholen. Spre ker stelt zich voor, tcgelegenertijd pogingen in het werk te stellen, dat ook de Bredasche hoogere burgerschool door het rijk worde overgenomen. Spreker verklaart nader, waarom voor den aanleg van wegen nabij den Weerijssingel niet behoeft te worden geleend. Daar voor is het bedrag van het rijk ontvangen. Dat geld is er al. Slechts voor de verharding van een klein gedeelte van den Weerijssingel is geld noodig, welk bedrag op de leeningssom gebracht is. De algemeene beschouwingen hiermede geëindigd zijnde, wordt overgegaan tot de behandeling van de UITÜAVEN. Volgnummer 66, art. 2. „In ééne afdeeling is de meerderheid der leden vanjmeening, „dat eene verdecling van arbeid der wethouders voor meer „speciale takken van dienst gunstig moet werken in het belang „der gemeente en vertrouwt, dat dit denkbeeld, waarop reeds „vroeger de aandacht gevestigd werd, door burgemeester en „wethouders ernstig zal worden overwogen". Antwoord: „Eenparig zijn burgemeester en wethouders van meening, dat „eene verdeeling van werkzaamheden voor speciale takken van „dienst niet gewenscht is. „Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor de door hen ge- „nomen besluiten. „Ook worde niet uit het oog verloren, dat de functiën van „voorzitter van de verschillende commissiën van bijstand onlangs „zijn verdeeld, zoodat reeds eenige verdeeling van werkzaam heden heeft plaats gehad". De heer TEYCH1NÉ zegt, dat door hem enkele jaren terug reeds een dergelijk voorstel is gedaan. Toen zouden twee wethouders die verdeeling gaarne hebben gezien. Spreker begrijpt daarom niet, waarom het college van burgemeester en wethouders er nu eenparig tegen is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 393