394 14 December 1907. Het komt spreker zeer gewensclit voor, dat de werkzaam heden worden verdeeld; de verantwoording blijft dan toch bij het geheele college. Als burgemeester en wethouders dit punt goed overwogen hadden, dan zouden zij tot de overtuiging zijn gekomen, dat verdeeling van werkzaamheden niet anders kan strekken dan in het belang van Breda. Indien burgemeester en wethouders daartoe echter niet bereid zijn, dan zou spreker een anderen weg willen inslaan door de benoeming van een directeur der gemeente-bedrijven. Spreker noodigt burgemeester en wethouders uit, dit punt nader te willen overwegen en met het antwoord daarop niet al te lang te wachten. De heer INüENHOUSZ is het in hoofdzaak eens met den heer Teychiné. Spreker begrijpt het motief van burgemeester en wethouders niet. Het ligt voor de hand, dat de wethouders niet van alles verstand hebbenmaar dat behoeft ook niet. Bij de gestadige uitbreiding van Breda is het gewensclit, dat de wethouders hunne werkzaamheden verdeelen. Wanneer ieder wethouder zich speciaal toelegt op een bepaalden tak van dienst en zich in alles behoorlijk laat voorlichten, dan is dit zeer in het belang van Breda. Breda munt niet uit door een stel bekwame ambtenaren in de onderscheidene takken van dienst, zoodat de raad niet altijd op hunne adviezen kan afgaan. Spreker wil gaarne zijne meening voor beter geven, doch het bevreemdt hem, dat hier daartegen zulke overwegende be zwaren bestaan, ofschoon in andere gemeenten die verdeeling van werkzaamheden wel bestaat. De heer MEEUWESEN brengt in herinnering de zaak-pijnen- burg. Bij de behandeling van dat geval is door hem reeds op de noodzakelijkheid van eene verdeeling van werkzaamheden gewezen en tevens gezegd, dat de wethouders zeiven niets beters kunnen wenschen. Zij behoeven zich dan niet in gelijke mate in alle takken van dienst in te werken. Het is ook niet noodig, dat zij spe cialiteiten in hun vak zijn. Spreker is van oordeel, dat de verdeeling van werkzaamhe den nu reeds gevoegelijk zou kunnen plaats hebben. De heer Rombouts zou dan als wethouder van financiën kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 394