14 December 1907. 395 optreden, de heer Bloemarts als wethouder van onderwijs, terwijl de heer Scheltus de openbare werken voor zijne reke ning zou kunnen nemen. Door den lieer IngenHousz is er reeds op gewezen, dat die verdeeling van werkzaamheden in andere plaatsen eveneens bestaat. In België is die vcrdeeling al doorgedrongen tot in de kleinste plaatsjes. Spreker wil dan ook hopen, dat burgemeester en wethouders dit punt nader in ernstige overweging zullen nemen. De heer SASSEN ondersteunt het gesprokene door de hecrcn Meeuwesen en TeychinÉ. Spreker meent, dat het niet alleen aangenaam, maar ook hoogst nuttig moet werken. Vooral voor openbare werken is een afzonderlijke wethouder dringend noodig. Het is niet altijd voldoende, dat men de zaak binnen kamers bespreekt. Het is gebeurd, dat een gebouw op het terrein der waterleiding al betaald was, zonder dat burgemeester en wethouders of een der commissieleden wisten, dat het gebouw er stond. Een aparte wethouder gaat ter plaatse die openbare werken na. Ook de toestand onzer financiën eischt veel zorg, zoodat daarvoor een afzonderlijke wethouder even eens noodzakelijk is. De heer VAN KEPPEL stelt thans, mede namens de heeren Sassen en Lijdsman, de volgende motie voor „De gemeenteraad van Breda, van meening zijnde, dat eene „verdeeling der werkzaamheden van de heeren wethouders „naar de verschillende takken van dienst in het belang der „gemeente moet worden geacht; „Spreekt de wenschelijkheid uit, dat burgemeester en wet houders deze regeling in gunstige overweging nemen en „gaat over tot de orde van den dag." De voorzitter ontkent niet, dat verdeeling van werk zaamheden in principe wenschelijk kan zijn en dat dit gaan zou, als Breda grooter was en als men op verschillend gebied specialiteiten had, die zich aan een bepaalden tak van dienst zouden kunnen wijden. Het gevolg van die verdeeling zou thans zijn, dat burgemeester en wethouders uitsluitend zouden afgaan op het gezag van één hunner, ofschoon het gehcele college toch verantwoordelijk blijft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 395