14 December 1907. 403 Volgnummer 107, art. 1. „In ééne afdeeling klaagt één der leden over het niet spoedig „genoeg wegruimen der gevallen sneeuw, speciaal op de toe gangswegen naar het station. „Een ander lid van diezelfde afdeeling vestigt speciaal de „aandacht op de bruggen en acht het wenschelijk, dat voor het „schoonmaken van sneeuw daarvoor allereerst gezorgd dient te „worden en vooral, daar een vaste brugwachter in dienst is der „gemeente." Antwoord: „Burgemeester en wethouders deelen de meening, dat de „wegruiming van sneeuw in den afgeloopen winter niet naar „wensch heeft plaats gehad. „In verband hiermede is echter bij besluit van 4 Maart 1907 „eene nieuwe regeling getroffen, waarbij het wegruimen van „sneeuw is gesteld onder het beheer van den gemeente-architect, „en waarbij de gemeente in ploegen of kringen is ingedeeld, „met voor iedere ploeg bepaald aangewezen stortplaatsen. De „resultaten dezer regeling zullen moeten worden afgewacht." Zonder bedenking wordt de post goedgekeurd. Volgnummer 109, art. 2. „In ééne afdeeling wenscht één der leden ingelicht te worden „over de vraag, of het werk aan uurwerk en carillon de geraamde „som belangrijk zal overschrijden en of dat meerdere uit andere „posten van gemeentewerken is bekostigd." Antwoord: „De werkzaamheden aan uurwerk en carillon zijn geraamd „op f 10 000,— De aannemingssom bedraagt 9860,—, terwijl „ten laste van de gemeente is gebleven het vergrooten en „vernieuwen van de uurwerkkamer, het vergulden van de wij zerplaten, het verfwerk en het klein smeedwerk. „Met inbegrip van de waarde van de afbraak, zooals wijzer- „borden, oud ijzerwerk enz., welke ten voordeele der gemeente „blijft, zal de begrootingssom vermoedelijk niet overschreden „worden." De heer MEEUWESEN dankt voorde verstrekte inlichtingen. Er is voor dit werk toegestaan 10 000,— en nu had spreker

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 403