16 Februari 1907.
41
11. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daar
bij in overweging gevende een lid te benoemen in de com
missie voor het ontwerpen van strafverordeningen, ter voor
ziening in de vacature van den heer mr. M. P. M. van Dam,
die heeft opgehouden lid van den gemeenteraad te zijn.
De heer REIGERSMAN geeft in overweging met de benoe
ming te wachten, totdat de raad weer voltallig is. Het nieuw
te benoemen raadslid zou iemand kunnen zijn, die voor die
functie bijzonder geschikt is.
De voorzitter zegt, dat er groote haast bij deze benoe
ming is, wijl nog enkele zaken bij deze commissie hangende
zijn, waarvan spoedige afdoening zeer gewenscht is.
De heer SASSEN acht het niet noodig met deze benoeming
te wachten, totdat de vacature van raadslid zal zijn aangevuld,
zoolang onder de zitting hebbende leden nog voldoende stof
aanwezig is.
De heer REIGERSMAN handhaaft zijn voorstel, dat evenwel
niet wordt ondersteund en alzoo geen onderwerp van behan
deling kan uitmaken.
De heer SASSEN geeft alsnu in overweging den heer Rei
gersman bij acclamatie te benoemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Op de desbetreffende vraag des voorzitters verklaart de
heer Reigersman zich bereid, deze functie te aanvaarden.
12. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij,
met overlegging van het advies van den arrondissements-school-
opziener en van het ingekomen bericht van het hoofd der
school, ter benoeming tot onderwijzeres in de nuttige hand
werken voor meisjes aan de openbare meisjesschool alhier
voordragende
1°. mej. A. L. van Hoogstraten,
2°. M. Cheriex en
3°. J. A. J. C. van Hoogstraten.
Wordt overgegaan tot stemming.
De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Rom-
bouts als stemopnemers te willen fungeeren.