14 December 1907.
411
verband met het onteigeningsplan van het Nonnenveld, gereed
zullen zijn. Eerst dient men deze werken uit te voeren en
daarna kan men de voorgestelde verbetering ter hand nemen.
Om die reden is spreker van oordeel, dat de post nog wel een
jaar kan worden uitgesteld.
De voorzitter zegt, dat uitstel niet mogelijk is. Het
ligt in de bedoeling, om de bouwterreinen van het Nonnenveld
te verkoopen, zoodra de werken aldaar zullen zijn tot stand
gekomen.
De heer SMTS vraagt, of deze post geen verband houdt met
de werken, waarvoor dit jaar reeds eene leening is aangegaan
en of deze post niet in die leening is begrepen.
De heer ROMBOUTS antwoordt hierop, dat de post reeds
op de begrooting voor 1907 voorkwam. Door verschillende
omstandigheden is dit werk echter niet uitgevoerd kunnen
worden, daar in de onteigening eenige vertraging heeft plaats
gehad. In de onlangs aangegane leening is deze uitgaaf echter
niet begrepen.
De betrokken post wordt hierop goedgekeurd, even
als post e, ophooging, rioleering en verharding van
het Nonnenveld.
Post aankoop van ijzersteentegels en klinkers voor bestra
ting van nieuwe trottoirs, wordt eveneens zonder bedenking
goedgekeurd.
Bij post g, vernieuwing van de bestrating in de Nieuwstraat,
dringt de heer VAN KEPPEL op uitstel aan, op de gronden,
reeds vroeger door hem ontwikkeld.
De heer LIJDSMAN kan zich hiermede wel vereenigen, omdat
men het volgend jaar meer ondervinding za! hebben van de
scoriae-bricks.
Het voorstel van den heer VAN KEPPEL, tot schrapping
van dezen post, wordt alsnu in stemming gebracht en aange
nomen met 13 tegen 3 stemmen.
Vóór stemden de heeren Teychiné, Verschraage, Ingen
Housz, Meeuwesen, Heijlaerts, Smits, De Bont, Slecht-
riem, Staal, Van Keppel, Sassen, Lijdsman en Reigersman.
Tegen waren de heeren Bloemarts, Rombouts en Sciieltus.