ONTWERP. 14 December 1907. (V o o r t z e 11 i n g.) Tegenwoordig de heeren J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VER- SCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, A. A. A. MEEUWESEN, A. F. SMITS, P. A. F. DE BONT, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN en jhr. mr. A. REIGERSMAN. Afwezig de heeren E. H. A. GULJÉ, J. A. J. W. VAN HAL en F. J. M. HEIJLAERTS. Drie vacatures. Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT, burgemeester. De voorzitter heropent de vergadering en stelt aan de orde: Voortzetting der behandeling van de gemeente-begrooting, dienst 1908. De heer VAN KEPPEL vraagt heropening van de discussiën over de aanbesteding van de onderhoudswerken. De voorzitter zegt, dat daartegen geen bezwaar bestaat. De heer VAN KEPPEL wil niet in herhaling treden van het geen dezen middag door de heeren Slechtriem en Lijdsman over de aanbestedingen in het midden is gebracht. Spreker wenscht de aandacht te vestigen op den vorm der begrooting. Hij vindt het knap werk, om een jaar van te voren reeds te ramen de onderhoudskosten van de verschillende gemeente eigendommen, o. a. van de bruggen, en daarbij op te geven, hoeveel iedere brug in een volgend jaar aan onderhoud zal kosten. Dit is onmogelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 417