14 December 1907. 421 de gemeente-ambtenaren wordt geuit. Spreker meent dan ook te mogen eischen, dat door den heer De Bont namen en feiten zullen worden genoemd; dan zullen burgemeester en wethou ders er werk van maken. De heer DE BONT antwoordt hierop, dat hij niemand wenscht te beschuldigen. Die percenten worden gegeven en de ambte naren zijn niet verplicht, om ze af te dragen. Daarom juist wil spreker die ambtenaren daartoe gelasten. Er zijn beslist gevallen, dat kortingen worden gegeven, het geen spreker niet verschillende staaltjes uit zijn brandwecrle- ven zou kunnen bevestigen. Spreker heeft dit hier dan ook enkel willen aanhalen als een feit, dat bestaat, terwijl hij zich gaarne bereid verklaart, nadere inlichtingen dienaangaande tc geven. De voorzitter houdt zich aanbevolen, deze staaltjes in het college van burgemeester en wethouders te mogen ont vangen. Er zal dan getracht worden daaraan een einde tc maken. Verder wordt deze zaak niet besproken. Volgnummer 118, art. 7. „In ccnc afdeeling achten meerdere leden de toelichting op de „bcgrooting der gasfabriek geheel onvoldoende, daar zelfs voor „de aan te koopen steenkolen noch hoeveelheid noch prijs wor- „den opgegeven. „In diezelfde afdeeling wenscht de meerderheid de voor fecst- viering aan de gasfabriek uitgetrokken 1800,—onder no. 25 „der specificatie niet toe tc staan. „In twee afdcclingen wordt door ecnigc leden geklaagd over „het onvoldoende der verlichting van het Stationsplein." De voorzitter geeft in overweging bij dit punt gelijk tijdig tc behandelen dc opmerkingen bij volgnummer 36, art. 12 der ontvangsten, alsmede de nota van den heer Meeuwesen en het daarop gegeven antwoord van burgemeester en wet houders. Volgnummer 36, art. 12 der ontvangsten. „In ccnc afdeeling betoogt een der leden uitvoerig de wen- „schelijkheid der invoering van eene conimercieele boekhouding, „toont de fouten aan in de thans gevolgde wijze, ook bij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 421