14 December 1907. 423 mijne in den aanvang van 1906 verschenen brochure, het be heer der gasfabriek en waterleiding, uit het oogpunt van admi nistratie en exploitatie, aan een nader onderzoek te moeten onderwerpen en het resultaat daarvan onder uwe aandacht te moeten brengen. Ik heb zuiks gedaan vergelijkend, d. w. z. ik heb de bc- grootingen van andere ongeveer gelijkwaardige steden, als 's-Hertogenbosch, Tilburg, Dordt, Schiedam, Delft enz. met de onze vergeleken, en ook niet nagelaten de gemeenteverslagen dicrzelfde plaatsen van 1905 en 1906 naast het Bredasche ver slag te beschouwen. De uitkomsten van mijn onderzoek heb ik in mijne afdeeling uitvoerig medegedeeld en ik voldoe thans, door het indienen dezer nota, aan het verlangen mijner mede- sectieleden en van den burgemeester, die met zeer te waar- decrcn belangstelling onze vergadering met zijne tegenwoor digheid vereerde, door u zoo beknopt mogelijk mijne mccning hieromtrent, althans wat sommige punten der administratie en wat daarmede samenhangt, aangaat, uiteen te zetten. Ik stel voorop, dat, evenals met mijne brochure, ik ook thans slechts voor oogen heb, het belang onzer gemeente, en dat ik uitdrukkelijk zaken van personen wensch te scheiden. Ik bespreek slechts zaken en denk er zelfs niet aan, de meer of mindere persoonlijke verantwoordelijkheid van wien ook er bij te betrekken. Ik voeg hierbij, dat ik niet in herhaling zal treden van punten, cijfers en staten, in mijne brochure ver meld, zoodat deze nota als eenc aanvulling van bedoelde bro chure te' beschouwen is. De bcgrooting voor 1908 en memorie van toelichting na gaande, valt al dadelijk op de povere wijze, waarmede de pos ten der gemeente-bedrijven, die toch zulk een belangrijke plaats in de gemeentehuishouding innemen, worden toegelicht, zóó pover, dat voor mijne collega's, die niet over het gegevens- materiaal beschikten, dat ik mij heb kunnen aanschaffen, een goed overzicht onmogelijk is. Zij moeten gestuit zijn op raad selachtige, niet thuis te brengen cijfers. En het is al heel on aangenaam, dal men niet in de memorie van toelichting duide lijk en uitvoerig vindt toegelicht, al wat die bedrijven aangaat. Men kan van gemeenteraadsleden niet vergen, dat zij raadsels zullen ontcijferen en het overzicht behoort hun dan ook zoo duidelijk mogelijk te worden gemaakt. Bij de samenstelling der begrooting kan zulks niet het minste bezwaar opleveren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 423