14 December 1907. 435 drijven veel le verbeteren, alvorens ze inderdaad „de kurken" mogen genoemd worden, waarop de gemeente-financiën drijven. Wanneer echter een aanvang gemaakt is met het grondig her zien en wijzigen der boekhouding, zóó dat men een duidelijk overzicht krijgt van hetgeen er in het bedrijf plaats heeft, dan zullen de wijzigingen in technische en commercieele richting zich van zelf opdringen en eene voortdurende verbetering zal 't ge volg zijn. Ik vlei mij dan ook met de hoop, dal tot het bereiken van dat goede doel mijn voorstel„het uittrekken van een post van ƒ500,— op de begrooting voor het opzetten eener commer cieele fabrieksboekhouding in onze gemeente-bedrijven, door een deskundig accountant" door u moge worden aangenomen. Antwoord: Volgnummer 36, art. 12, in verband met volgnummer 118, art. 7. „Burgemeester en wethouders kunnen niet de noodzakelijkheid „inzien, om de uitgaven van de gasfabriek met 500,— le „verhoogen voor het salaris van een accountant. Reeds eenmaal „heeft een accountant de boekhouding goedgekeurd. Er bestaat „eene welingerichte commercieele boekhouding en deze wordt „met nauwkeurigheid gevoerd en gecontroleerd. De gasfabriek „werkt echter niet als zelfstandige inrichting, maar blijft ver bonden aan de gemeente, welke hare administratie voert naar „de haar gestelde regelen. Niets liever zouden burgemeester „en wethouders wenschen dan dat, in den zin van het aanhan- „gige wetsontwerp, de administratie van de gasfabriek onaf hankelijk werd van die der gemeente, in welk geval de toestand „zou worden gelijk die verlangd wordt en burgemeester en „wethouders zeiven verlangen. „Het 50-jarig bestaan der gasfabriek is ongetwijfeld eene „merkwaardige gebeurtenis. Wil de herdenking daarvan eenigs- „zins feestelijk zijn, dan moeten daarvoor ook gelden beschik baar gesteld worden, doch de beslissing hiervan wordt aan „den raad overgelaten. „Ten aanzien van de nota van den heer Meeuwesen dienc „het volgende „Terecht wordt door den heer Meeuwesen gewezen op het „feit, dat de begrooting niet hetzelfde eindcijfer voor den dienst „1906 aangeeft als het verslag der gasfabriek, maar dit is een „gevolg van de commercieele boekhouding aan de gasfabriek» „in tegenstelling met de gemeente-rekening, welke niet rust op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 435