440 14 December 1907. „Reeds éénmaal"— zeggen burgemeester en wethouders— „heeft een accountant de boekhouding goedgekeurd." „Éénmaal in 50 jaren dus Burgemeester en wethouders schijnen dus van oordeel, dat het nazien dier boekhouding tweemaal per eeuw ruim vol doende is. Ik moet hier bovendien burgemeester en wethouders beslist tegenspreken, dat bedoelde boekhouding door den accountant Elich werd goedgekeurd, d.w.z. vermoedelijk wel in die be- teckenis, dat de optellingen, transporten, enz. klopten en de cijfers netjes waren ingeschrevendoch daar gaat het hier niet om. Men behoeft slechts het rapport van den heer Elich te lezen om direct te zien, dat hij de boekhouding als stelsel volstrekt niet goedkeurde. Er was dat jaar n.l. (in 1899) eene commercieele boekhouding ingevoerd, die in de verte eeuigs- zins op de door mij bedoelde geleek en daarop had de heer Elich heel wat aan te merken. Ik heb een gedeelte van zijn rapport in mijne nota overge nomen; niemand zal daarin zijne goedkeuring kunnen lezen, en dat hij zijne instemming met het gedurende alléén dat jaar gevolgde stelsel onthield is alleszins begrijpelijk. „Gaarne gaat het dagelijksch bestuur mede", zoo zegt het met mijn betoog, „dat het wenscheiijk ware, dat de gasfabriek een afzonderlijk bedrijf vormde". Inderdaad, het dagelijksch bestuur is hierin zeer eenstemmig en ten aanzien van dit belangrijk punt schijnt het concert van burgemeester en wethouders in dezelfde tonen harmonie te zijn gebleven als 't vorig jaar, zij het dan ook onder een anderen dirigent. Immers, het antwoord van den vorigen burgemeester op de interpellatie-VAN Keppel luidde, dat gedeputeerde staten geen toestemming geven tot splitsing der bedrijven. En nu antwoorden burgemeester en wethouders„zoolang het gemeentelijk administratief beheer zich daartegen verzet, kan aan dien wensch niet worden te gemoetgekomen." Daargelaten nu de vraag, of „indien het hun werd voorgelegd en de wenschelijkheid ervan betoogd", de gedeputeerde staten er legen zouden zijn, dat in Breda eene even deugdelijke ad- ministatie der gemeentebedrijven werd ingevoerd als reeds jaar en dag in nagenoeg alle Hollandsclie steden bestaat, is het nog niet eens mijne vraag geweest, zulk eene ingrijpende admini stratieve verbetering in te voeren. Ik stel in mijne nota dui-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 440