442 14 December 1907. winstcijfer met zulk een kapitaal en onder zulke gunstige om standigheden verdiend! Als dat een der kurken moet genoemd worden, waarop de gemeente in financieelen zin heet te drijven, dan is het toch maar een kurkje en wel van een medicijn- fleschje met een bitter drankje erin. Burgemeester en wethouders zeggen verder, „dit er dientengevolge van stamkapitaal geen sprake is en dat geen aflossing daarvan behoeft plaats te hebben, al heeft de gemeente zelve de geleende sommen nog niet afge lost". Dus de gasfabriek is niets meer schuldig en de gemeente gaat maar door de leeningen voor de gasfabriek aangegaan te betalen. Wordt nu niet de toekomst belast, terwijl de opbreng sten der gasfabriek voor andere doeleinden gebruikt worden Blijkt dat hieruit niet zonneklaar? Dient daarin nu niet eindelijk eens orde gesteld te worden? In hunne memorie van antwoord wijzen burgemeester en wet houders mij terecht, n.l. dat de leening in 1893 aangegaan ad 500000,— niet voor de gasfabriek, doch voor de waterleiding gediend heeft". Dat ik dit heel goed weet, blijkt uit mijne brochure van Maart 1906, maar ook op de waterleiding is mijn betoog en dat nog meer van toepassing. Burgemeester en wethouders zullen toch wel niet beweren, dat de waterleiding iets aflost toch gaat zij door te verslijten en 62 jaren lang moeten wij die leening blijven betalen, terwijl voor de herstellin gen en vernieuwingen maar steeds nieuwe gelden worden opgenomen. Behoort dit ook niet geregeld te worden Ik vraag buiten dien niet in mijne nota reorganisatie der gasfabriek alléén, doch van de beide gemeente-bedrijven gasfabriek èn water leiding. Burgemeester en wethouders zeggen, dat ik toch in redelijk heid niet kan eischen, dat er een gasmeter bij eik straatlicht komt. Dat ligt ook niet in mijne bedoeling en is ook niet in mijne nota te lezen, waar ik zeg, dat „zoo mogelijk aan de straatleidingen geene lichten moeten worden aangesloten, die niet door een nieter worden gecontroleerd". Daarvoor behoeft nog geen meter aan iederen lantaarnpaal te staan, maar elk straatlicht dient op gasverbruik te worden beproefd, opdat het gasverbruik hier bij gelijk-licht gevende lampen niet het dubbele of minstens de helft meer bedrage dan in bijna alle andere steden, zooals thans tot groote schade van de gemeente verlichting het geval is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 442