14 December 1907. 443 Het doet mij genoegen, dat het gasverbruik der publieke verlichting, zooals burgemeester en wethouders zeggen, „over 1906 reeds gunstiger was", in werkelijkheid is het verschil, dat 834 straatlichten n.l. in 1906 371 502 M3. en 801 dito lampen in 1904 413 711 Ms. noodig hadden, dus in twee jaar tijd een vooruitgang van 13°/o, waar het verschil met andere plaatsen en dat voor dezelfde lantaarnbranders minstens 60°/o bedroeg. Burgemeester en wethouders zeggen „de oorzaak van het tegenover andere gemeenten minder gunstig resultaat der distillatie is reeds vermeld in een antwoord op de vroeger door den heer Van Keppel gestelde vragen. Inderdaad, in de zitting van 23 September 1906 is de vraag in het algemeen over het rendement der steenkolen behandeld. Ik zal hier geene nieuwe technische discussie openen over de waarde van „régéneratie insitu" of den toestand der stokerij, ik zal alleen vergelijken de cijfers der gemeenteverslagen en dan blijkt, dat we in eene periode vertoeven, waarin het rendem ent (dat is de hoeveelheid gas per 109 K.G. steenkolen verkregen) dalende is. Dat is een vreemd verschijnsel, waarvan men in andere plaatsen juist het tegenovergestelde kan waarnemen, wat danook alleszins begrijpelijk is. Intusschen, burgemeester en wethouders zullen wel niet kunnen ophelderen, waarom het rendement van 29,88 M3. in 1904 tot 29,02 M3. over 1906 gedaald is; dat maakt een verschil van 3,5°/o of 115 000 M3. op de jaarproductie, vertegenwoordigende eene verkoopwaarde van circa 7000,—. Deze rendementsachteruitgang, waar ik het oog op heb, is vroeger niet ter sprake gekomen, wellicht niet opgemerkt, en hieruit blijkt alweer hoe goed het zou zijn, dat we eene duidelijke gedetailleerde administratie in dit ge meentebedrijf hadden. Dan ware zulks we! opgemerkt. Ten slotte lees ik in de memorie van antwoord„Mocht door gedeputeerde staten van Noord-Brabant ooit worden toegestaan, dat een reservekapitaal kan worden gevormd, dan zal de gemeenteraad daartoe kunnen besluiten. Echter zij opgemerkt, dat alsdan met het bedrag, dat tot vorming van zulk een kapitaal wordt gebezigd, de hoofdelijke omslag zal moeten verhoogd worden". Neen, heeren burgemeester en wethouders, niet in den hoofdelijken omslag, maar in de gas fabriek zelve moet later de vorming van een reservekapitaal worden gevonden. De schrik behoeft ons niet om het hart te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 443