444 14 December 1907. slaan, als burgemeester en wethouders hierbij dreigen met hoofdelijken omslag-verhooging. Die verhooging is onnoodig, wanneer, gebaseerd op een deugdelijk en goed overzichtelijk administratiestelsel de rentabiliteit van de gasfabriek tot z'n volle recht komt, wanneer er, zooals ik vroeger reeds gezegd heb, uitgehaald wordt wat eruit gehaald kan worden, wanneer we niet meer, zooals nu het geval is, verre achterblijven bij de zooveel gunstiger financieele resultaten in andere plaatsen met de gasfabrieken verkregen, waarvan velen zelfs In ongun stige condities werken. Tot zoover mijne repliek op de memorie van beantwoording. Ten einde niet meer in herhaling te vallen, heb ik hieraan niet veel meer toe te voegen. Over vele technische punten zou heel wat te redeneeren zijn. Ik ga daar nu niet op in, herhalende, wat ik in mijne nota zeide, dat „meerdere punten ongetwijfeld bij eene correcte coinmer- cieele boekhouding in 'toog zullen springen, die nu tot schade der gemeente verborgen blijven." Ik begrijp niet, dat burge meester en wethouders de aldaar gevoerde commercieele boekhouding kunnen blijven goedkeuren. Ik noodig burge meester en weihouders uit mij één deskundig accountant te noemen, die eene dergelijke administratie niet ten zeerste a/Keurt. De benoeming van een accountant, die de boeken inricht en controleert volgens de regelen der moderne accountancy, moet ons allen bevredigen, burgemeester en wethouders in de eerste plaats, die dan niet behoeven te zoeken naar eene vergelijking van bedrijfsresultaten, de commissie van bijstand, die het toeh niet anders kan dan toejuichen, dat zij bij alles, wat in de vergaderingen der gascommissie behandeld wordt, de staten en cijfers, bij de hand zal hebben om het gevoerde beheer te controleerenook wij raadsleden zullen dan een heel anderen kijk op de gemeentebedrijven krijgen, wanneer we duidelijk en uitvoerig voor oogen hebben op welke wijze en hoeveel winst er behaald is en hoe die is besteed. En ten slotte de geheele gemeente, waarvan wij de belangen naar beste weten moeten bevorderen, heeft het voordeel, dat zij niet den hoof delijken omslag zal zien stijgen tengevolge van het gebruik der bruto-winsten der gemeentebedrijven voor andere doel einden dan die, welke hunne bestemming moesten zijn. Burgemeester en wethouders kunnen m. i. niet volstaan zonder meer „het onnoodig te achten een accountant voor het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 444