14 December 1907. 447 dat de fabriek thans te boek staat voor 331 000,—. Is dat bedrag te groot vraagt spreker. Zou de fabriek met haar uit gebreid buizennet niet die waarde vertegenwoordigen Nu kan men wel afschrijven door extra-uitlotingen, doch dat is onnoodig. Eene werkelijke afschrijving, zooals dat in Hol land geschiedt, laten gedeputeerde staten niet toe. Wat betreft het verschil in cijfers, waarop door de heeren De Bont en Meeuwesen is gewezen, doet spreker uitkomen, dat de gasfabriek hare boeken afsluit met 1 Januari en de gemeente-ontvanger met 30 Juni. Dat is dus absoluut geen fout. De becijfering van het muntgas is eene fout in de be grooting, doch niet in de rekening. De heer DE BONT zegt, dat eene boekhouding niet is als een winterjas, die half goed kan zijn. Eene boekhouding moet goed of slecht zijn. Hier zijn fouten gemaakt, die ook door burgemeester en wethouders zijn erkend. Dat moet voorkomen worden en is alleen mogelijk door eene goede boekhouding. De voorzitter betoogt, dat er verschillende manieren schijnen te bestaan voor eene commercieele boekhouding. De heer INQENHOUSZ meent, dat er verwarring schijnt te bestaan voor het begrip commercieele boekhouding. De heer Meeuwesen wenscht eene boekhouding, die voor iederen leek direct een overzicht geeft van den stand van zaken, terwijl de voorzitter meer vasthoudt aan eene daad werkelijke commercieele boekhouding. Hetgeen de heer Meeuwesen wil, lacht spreker wel toe, lenzij zoodanige boekhouding, aangelegd door een accountant, niet gevolgd kan worden door de personen, die op het oogen- blik in het bedrijf werkzaam zijn. Is dat wel het geval, en kan hierdoor aan de raadsleden een zuiver beeld worden verstrekt van den toestand der gasfabriek, dan is daar niets op tegen. Spreker wil gaarne een zuiveren toestand van de gemeentebedrijven. De voorzitter antwoordt hierop, dat een wetsontwerp is ingediend tot wijziging der gemeentewet in dien zin, dat de gemeentebedrijven een afzonderlijk beheer zullen vormen. Eerst dan zal het mogelijk zijn, de boekhouding in ie richten in den geest, als door den heer Meeuwesen is aangegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 447