21 December 1907. 473 „dat zijne bezoldiging, gedurende de laatste 60 maanden „genoten, heeft bedragen f 5483,33, zijnde hiervan de middel- „som 1096,66'/2 „dat het pensioen van adressant behoort te worden geregeld „volgens art. 9, litt. a der oude verordening, zijnde voor elk >,jaar dienst '/so deel van de middelsom van 1096,66* 3 „ƒ21,931/*; „dat het aantal dienstjaren 33l0/ii bedraagt, vermenigvuldigd „met de genoemde middelsom van ƒ21,931/* uitmaakt een „bedrag van 742,13'/2 en dat, volgens art. 15 der nieuwe „verordening, de pensioenen in volle guldens worden verleend „en onderdeden van een gulden voor één gulden in rekening „komen. „Het bedrag van het pensioen zal derhalve behooren te „worden vastgesteld op 743,—. „Onder terugzending der adressen met bijlagen hebben wij „de eer aan uwen raad voor te stellen, een jaarlijksch pensioen „toe te kennen van 1200,— aan den heer J. G. Blaeser „met ingang van 1 Januari 1908 en van 743,— aan den heer „C. de Jonqh met ingang van 1 November 1907." De voorzitter vraagt, of de raad zich met het voorstel der commissie kan vereenigen. Niemand daartegen cenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten toe te kennen aan den heer j. G. Blaeser een pensioen van 1200,— per jaar, in te gaan 1 Januari 1908, en aan den heer C. de Jongh een pensioen van 743,— per jaar, gerekend te zijn ingegaan met 1 November 1907. 19. Suppletoir kohier van aanwezige spoorstaven in den openbaren gemeentegrond, opgemaakt krachtens art. 2 sub E van de verordening op de heffing van een recht voor het ge bruik van openbaren gemeentegrond, vastgesteld bij raadsbe sluit van 15 November 1902, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 December 1902, no. 61. Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastgesteld op een bedrag van 4,50. 20. Adres van de afdeeling Breda der sociaal-democratische arbeiderspartij in Nederland, verzoekende bij eventueele con-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 473