482
21 December 1907.
bezwaar is, dat hij niet een zitting hebbend lid wenscht te
verdringen en het tweede bezwaar bestaat hierin, dat de
commissie hare vergaderingen altijd in de middaguren houdt,
zoodat spreker die vergaderingen, met het oog op zijne andere
bezigheden, meestal niet zou kunnen bijwonen.
Bij de hierop gevolgde stemmingen blijkt, dat zijn benoemd:
a. tot leden der commissie van hijstand in het beheer der
gasfabriek en waterleiding
de heeren H. A. Sassen, J. J. L. Teychiné en J. L.
Staal, respectievelijk met 13, 8 en 13 stemmen, terwijl
nog waren uitgebracht op den lieer Meeuwesen 6 en
op de heeren Smits, Heijlaerts en De Bont ieder
ééne stem.
b. tot leden der commissie van bijstand in het beheer der
openbare werken
de heeren H. A. Sassen, J. Lijdsman en J.J. L. Teychiné,
respectievelijk met 14, 14 en 11 stemmen, terwijl op de
heeren Slechtriem en Van Keppel waren uitgebracht
respectievelijk 4 en 1 stemmen.
c. tot leden der commissie van beheer der gemeentereiniging
bij eerste stemming de heeren J. Lijdsman, W.J. Slecht
riem en P. A. F. De Bont, respectievelijk met 12, 14
en 15 stemmen, terwijl nog waren uitgebracht op de
heeren Van Hal, Smits, Van Keppel, Sassen, Ingen-
Housz, Heijlaerts en Staal respectievelijk 6, ft, 2, 1,
1, 1, en 1 stemmen;
bij de hieropvolgende tweede stemming den heer A.
F. Smits met 11 stemmen, terwijl nog waren uitgebracht
op de heeren Van Keppel en Staal respectievelijk 2
en 1 stemmen en 1 briefje van onwaarde werd verklaard.
d. tot leden der commissie voor de strafverordeningen
de heeren mr. P. M. J. E. Bloemarts, mr. W. Ingen-
Housz en jhr. mr. A. Reigersman, respectievelijk met
15, 14 en 15 stemmen.
32. Benoeming van twee leden in de commissie voor liet
pensioenfond;; van gcni.'entc-amfitenri-cn en hunne weduwen
en weezen, tengevolge van liet overlijden van den heer U, A.M,