16 Februari 1907. 57 Wanneer de raad nu toch op het voorstel zou willen ingaan, zou spreker in overweging willen geven in de derde zinsnede van art. 14 achter de woorden dringende noodzakelijkheid nog in te lasschen de woorden blijkens advies van de gezond heidscommissie. Dan zal de gezondheidscommissie hebben te beoordeelen, wat als een bijzonder geval of eene dringende noodzakelijkheid is aan te merken. Als in eene nieuwe wijk wordt toegestaan het open terrein te bebouwen, dan zal men dit aan den buurman niet kunnen weigeren. En zoo ontneemt men licht en lucht aan de geheele wijk. De geheele verordening gaat men erdoor ontwrichten. Spreker gelooft dan ook, dat de inspecteur van de volksge zondheid en gedeputeerde staten tegen de wijziging wel be zwaar zullen hebben. De heer JACOBY zegt, dat het aanvankelijk niet zijne bedoe ling was over dit onderwerp te spreken, doch in hetgeen door den heer Van Keppel zooeven is gezegd, komt eene uitdruk king voor, welke spreker niet zonder protest kan laten voorbij gaan, namelijk, dat de raad niet verplicht is zijne stem te motiveeren. Spreker waardeert het advies van de gezond heidscommissie, doch meent, dat geen enkel lid van den raad, over welk onderwerp dan ook, zijne stem zal uitbrengen zonder de zaak van te voren behoorlijk te hebben onderzocht en over wogen. De heer SASSEN wijst erop, dat de bezwaren van den heer Van Keppel wel wat onverwachts komen. Spreker gelooft niet, dat het de bedoeling is, om de vrijstelling ook uit te strekken tot het nieuwe stadsgedeelte, maar wel tot het stich ten van nieuwe gebouwen in de oude stad. Ofschoon spreker prijs stelt op het advies van de gezond heidscommissie, cijfert hij toch ook den raad niet zoover weg, als de heer Van Keppel doet. De macht behoort aan den raad te worden toegekend, doch de zaak dient van alle kanten te worden bekeken. Het geval heeft zich reeds voorgedaan, dat burgemeester en wethouders eene vergunning weigerden en dat later de gezondheidscommissie adviseerde, om het verzoek toe te staan. Overigens komt het spreker voor, dat de bedenkingen van den heer Van Keppel wel wat laat komen. Een half jaar ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 57