16 Februari 1907.
65
heven van de verplichting tot het betalen voor het verlichten
van dat gedeelte of van dat geheel, en van het water voor
het besproeien der wegen.
Art. 11.
Indien het overnemen door de gemeente Breda van een ge
deelte van het terrein in artikel 1 aangegeven of van dat geheele
terrein niet binnen vijf cn twintig jaren na de onderteekening
van deze overeenkomst heeft plaats gehad, is contractant ter
eene zijde bevoegd deze overeenkomst met het einde van het
vijf en twintigste jaar te doen ophouden, mits hij daartoe vóór
het einde van het vier en twintigste jaar, per deurwaarders
exploit, aan de gemeente Breda kennis geeft.
In dat geval blijven de in artikel 2 bedoelde werken eigen
dom van contractant ter eene zijde, en moeten de door de
gemepnte gemaakte spruitleidingen door contractant ter eene
zijde tegen de helft van den kostenden prijs worden overge
nomen.
De gas- en watermeters blijven het eigendom van de gemeente
Breda.
Mocht evenwel contractant ter andere zijde niet genegen zijn
het contract langer dan vijf en twintig jaren voort te zetten,
dan zal contractant ter andere zijde hiervan, vóór het vier en
twintigste jaar is ingetreden, aan contractant ter eene zijde
moeten kennisgeven.
Art. 12.
Onverminderd het bepaalde in artikel 2 komen de kosten
van zegels, eventueel van registratierechten en verder alle on
kosten van dien aard, welke uit deze overeenkomst mochten
voortspruiten, ten laste van contractant ter eene zijde.
Art. 13.
Door contractant ter eene zijde wordt, ter zake van de uit
voering der voorwaarden van ,deze overeenkomst, domicilie
gekozen ter griffie van de a'rrondissements-rechtbank te Breda
of van het rechterlijk college, dat daarvoor eventueel in de
plaats getreden is.
Aldus overeengekomen te Breda, den
1907.