16 Februari 1907.
67
Minimum-loon en maximum-arbeidsduur.
„Met uitbreiding van 459 en 485 der A.V., wordt het
„volgende bepaald
lo. „Op het werk mag door dezelfde werklieden niet langer
„gewerkt worden dan 11 uren per etmaal, de schafttijden niet
„als werktijd medegerekgnd. In bijzondere gevallen kan door
„de directie, in het belang van het werk, een door haar te
„bepalen langere werktijd worden toegestaan of geëischt.
2o. „De aannemer is verplicht te zorgen, dat aan de werk
lieden, die op het door hem aangenomen werk, hetzij middel
lijk, hetzij onmiddellijk, doorloopend in zijn dienst zijn, geen
„lager loon wordt uitbetaald dan per uur:
„voor een volslagen timmerman
fO, 18,
ff
ft
ft
metselaar
- 0,18,
ff
ft
stukadoor
- 0,18,
ft
ff
ff
verver
- 0,17,
ft
ft
ff
smid
- 0,18,
ff
ft
ft
loodgieter, enz.
- 0,16,
ft
ff
ff
behanger
- 0,16,
ff
ff
ft
straatmaker
- 0,20,
ff
ff
opperman, grondwerker,
sjouwer
of handlanger
- 0,13.
3o. „Werklieden, die om hunnen leeftijd of door mindere
„ervaring niet in staat zijn het volle loon te verdienen, kunnen,
„op hun verzoek, door den aannemer voor minder loon wor-
„den aangenomeneen en ander met goedkeuring van de di
rectie. Hun aantal mag echter niet meer dan 1/i gedeelte van
het geheel bedragen.
4o. „Wanneer de directie een langeren werktijd dan 11 uur
per etmaal vergunt of gelast, wordt aan de werklieden, boven
hun uurloon, voor het overwerk betaald
voor het eerste uur 10 °/0,
voor het tweede uur 20 °/0,
voor het derde uur 30 °/0,
voor de volgende uren 50 °/o van het uurloon.
5o. „Nachtarbeid en arbeid op Zon- en algemeen erkende
Christelijke feestdagen is alleen geoorloofd onder goedkeuring
van burgemeester en wethouders, onverminderd de verplich
ting van den aannemer, om voor het werken op Zon- en
feestdagen, bovendien vergunning van den burgemeester te