68
16 Februari 1907.
„vragen, in welk geval, voor elk uur werken, het bedoelde
„loon met 50 °lo moet worden verhoogd. Onder werken op
„Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen wordt niet
„begrepen het bewaken van het werk en van de zich daarop
„bevindende materialen.
6o. „De aannemer is verplicht, om op door de directie aan
„te wijzen plaats of plaatsen en zóó dat het voor een ieder
„duidelijk leesbaar zij, op te hangen en opgehangen te hou-
„den een afschrift van de in dit bestek voorkomende bepa
lingen omtrent loon en arbeidsduur.
7o. „Des Maandags moet door den aannemer aan de directie
„worden gezonden een staat volgens model, bevattende de
„namen, het ambacht en den leeftijd van de werklieden, het
„aantal werkuren per dag en het loon per uur, aan hen in de
„voorafgaande week uitbetaald.
„Voor het geval de directie het noodig oordeelt, moet de
„uitbetalingsstaat van de handteekeningen der werklieden wor-
„den voorzien.
8o. „Voor elke geconstateerde overtreding van de hierboven
„omschreven bepalingen omtrent loon en arbeidsduur, zal den
„aannemer tien gulden van de aannemingssom worden gekort,
„af te houden van den eerstvolgenden betalingstermijn.
Uitbesteden van onderdeelen van het werk.
„Het is den aannemer niet vergund, onderdeelen van het
„werk zonder schriftelijke toestemming van de directie uit te
„besteden of te doen aannemen.
„Voor zoover uitbestede onderdeelen van het werk op
„het terrein zelve worden uitgevoerd, mag het dientengevol
ge door de daaraan werkzaam zijnde werklieden te verdienen
„loon, per uur berekend, in geen geval minder bedragen dan
„het minimumloon, vastgesteld voor de categorie van werk
lieden, waartoe zij behooren of volgens het oordeel der directie
„kunnen worden geacht te behooren.
„Wordt dit loon niet bereikt, dan moet de aannemer het
„ontbrekende bijbetalen.
Betaling aan de werklieden.
„Met uitbreiding van 459 der A.V., wordt bepaald, dat de
„uitbetaling van de werkloonen éénmaal per week in afgepast
