80
9 Maart 1907.
„de huizen gevent. Aan dien toestand een einde te maken,
„zou stellig niet zijn in het belang der ingezetenen en ligt, blij
kens de laatste alinea van de voorgestelde bepaling, ook al-
„lerminst in de bedoeling van den voorsteller. Aan honderden
,,zou derhalve ontheffing moeten worden verleend.
„Dat de daaruit voortvloeiende administratieve arbied niet ge-
„ring zoude wezen behoeft zeker geen betoog.
„Resumeerende heeft de commissie de eer den raad voor
„te stellen
a. „in de algemeene politie-verordening onder hoofdstuk
„VII een nieuw artikel 66 bis op te nemen, luidende
„Het is verboden, tenzij met schriftelijke
„vergunning van burge meest er en wethou
ders, de Dieststraat, Rozemarijn straat, Ach
terom, Gampelstraat (Korte en Lange),
„Beijerd, Molenstraat, Zwaanstraat, Bouwerij-
„straat, S t a 11 i n g s t r a a t, Achter de lange stal-
„len, Bieekstraat, Vlaszak en Schoolstraat,
„ni et motorr ij tuigen of motorr ij wielen te
„b e r ij d e n.
b. „uwen raad in overweging te geven, niet aan te nemen
1. „de op het door de commissie voorgestelde nieuwe ar-
„tikel 66 ter door de heeren Rombouts en Scheltus inge
diende amendementen.
2. „het voorstel van den heer H. A. Sassen, om in de al-
„gemeene politie-verordening op te nemen eene verbodsbepa
ling tegen het venten."
De voorzitter stelt deze zaak aan de orde.
De heer SCHELTUS deelt mede, dat hfj bij nadere overwe
ging tot het besluit is gekomen, om zijn amendement in te
trekken.
De heer ROMBOUTS zegt, dat hij, na de opmerking van
de commissie en in den stand, waarin de zaak thans verkeert,
eveneens bereid is zijn amendement in te trekken.
De heer BLOEMARTS meent, dat het voorstel van den heer
Sassen afzonderlijk behandeld dient te worden.
Namens de commissie voor de strafverordeningen wenscht
spreker hare voorstellen nader toe te lichten.
