9 Maart 1907.
81
Nadat de commissie vooraf in de gelegenheid was gesteld
de voorstellen van de heeren Scheltus en Rombouts te over
wegen, meende zij, dat door eenige wijzigingen aan de be
doeling van de voorstellers kon worden tegemoet gekomen.
Op de eerste plaats, waar het geldt het verkeer met auto
mobielen, oordeelde de commissie, dat het beter was, de be
trekkelijke bepalingen meer bij elkander te brengen. Waar in
hoofdstuk VI, art. 53, gesproken wordt van het berijden van
een rijwiel in het Valkenberg, was men van meening, dat ook
die bepaling uit dat artikel moest worden gelicht en dat al de
hierop betrekking hebbende bepalingen in een afzonderlijk
artikel behoorden te worden samengevat. Dientengevolge
stelt de commissie nader voor:
1°. op grond, dat, nu er meerdere bepalingen omtrent mo
torrijtuigen en rijwielen in de verordening komen en het wen-
schelijk is ten gerieve van hen, die er mede te maken hebben,
die bepalingen zooveel mogelijk bijeen te brengen, uit het
eerste artikel (53) van hoofdstuk VI te doen vervallen
littera g en de slotalinea;
2H. in verband daarmede het thans voorgestelde nieuw ar
tikel 66bis te wijzigen en vast te stellen als volgt:
„Het is verboden met motorrijtuigen en rijwielen te rijden
„in het Valkenberg en op de voetpaden langs den Wilhelmina-,
„Nassau-, Mark-, Academie-, Seelig-, Delprat-, Oranje- en
„Mauritssingel.
„Burgemeester en wethouders kunnen de navolgende voor
„het doorgaand verkeer met motorrijtuigen en rijwielen niet
„vereischte en geschikte wegende Dieststraat, Rozemarijn-
„straat, Achterom, Lange en Korte Qampelstraat, Beijerd, Mo
lenstraat, Zwaanstraat, Bouwerijstraat, Vlaszak, Schoolstraat
„en de niet voor het verkeer met rij- en voertuigen aangelegde
„wegen in het Wilhelnu'napark voor motorrijtuigen en rijwielen
„gesloten verklaren.
„Van het bij of krachtens dit artikel gestelde verbod kan
„door burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend.
„Het bij of krachtens dit artikel gestelde verbod moet wor-
„den aangeduid door het plaatsen aan beide uiteinden der
„wegen, waarvoor het geldt, van waarschuwingsborden van
„het model, vastgesteld bij de beschikking van den minister
„van waterstaat, handel en nijverheid van 11 September
„1905".