82
9 Maart 1907.
In dit art'kel, zegt spreker, wordt ook tegemoet gekomen
aan het bezwaar van den heer Verschraaoe, omdat van al
die bepalingen ontheffing kan worden verleend, b.v. vooraan-
wonenden en voor geneesheeren.
Het artikel omtrent de beperking der snelheid wenscht de
commissie nader te doen luiden als volgt
„Burgemeester en wethouders kunnen wegen binnen de be
bouwde kom der gemeente, rijks- of provinciale wegen en
„de in het le lid van art. 8 der motor- en rijwielwet bedoelde
„wegen uitgezonderd, aanwijzen, ten aanzien waarvan door
„motorrijtuigen en rijwielen eene maximum-snelheid van 10
„K.M. in het uur moet worden in acht genomen.
„Die aanwijzing moet geschieden door het plaatsen aan
„beide uiteinden van de aangewezen wegen van waarschu
wingsborden van het model, vastgesteld bij beschikking van
„den minister van waterstaat, handel en nijverheid van
„11 September 1905."
3o Ten einde eene geheele vernummering der verordening
overbodig te maken, aan die bepalingen, in plaats van de n°s,
66 bis en 66 ter te geven de nummers 35 en 36, die vrijgekomen
zijn, vermits, naar aanleiding van eene bedenking van gede
puteerde staten, de bepalingen, onder die beide nummers ver
meld, volgens het voorstel der commissie worden ingetrokken.
Spreker zegt, dat de commissie overtuigd is, naar haar beste
weten de klippen omzeild te hebben, waartoe de bepalingen
aanleiding zouden hebben kunnen geven.
De heer HEIJLAERTS vraagt, of ook ontheffing kan worden
verkregen voor het berijden van motorrijtuigen in bepaalde
straten door geneeskundigen.
De voorzitter antwoordt hierop bevestigend.
De heer SLECHTRIEM vraagt, of ook voorzien is in het
berijden van rijwielen over trottoirs.
De voorzitter zegt, dat die verbodsbepaling reeds lang
bestaat, doch dat zij op het oogenblik niet van kracht is, wijl
zij ondervangen is door de motor- en rijwielwet, welke van
latere dagteekening is.