84
9 Maart 1907.
Spreker wijst op Tilburg, waar in de verordening de voor
werpen zijn genoemd, waarmede niet gevent mag worden.
Volgens bekomen informatiën werkt die verordening daar
uitstekend.
Hier ter stede wordt van dat zoogenaamde bedel-venten,
vooral in de buitenwijken, een druk gebruik gemaakt. Men
heeft er ontzettend veel last van. Daarom wil spreker gaarne
de toezegging, dat de commissie binnen een niet al te lang
tijdsverloop een voorstel dienaangaande aan den raad zal
indienen.
De administratieve moeielijkheden, waarop de commissie in
haar rapport doelt, kunnen ondervangen worden door de voor
werpen met naam aan te duiden.
Spreker wijst er verder op, dat we hier een uitstekend
politiekorps hebben en dat hij overtuigd is, dat de politie,
wanneer het eenigszins mogelijk is, aan eventueele voor
schriften wel de hand zou houden.
De voorzitter zegt, dat Breda voor de bedelaars een
goeden naam heeft. In naburige gemeenten, o.a. te Ginneken,
heeft men eene verordening, doch daar bedelt men op bepaalde
dagen bij zwermen. Wanneer men echter niet geeft, blijven
de bedelaars van zelf weg.
De "heer SASSEN wijst er nog op, dat bij de invoering der
verordening in Tilburg, door den burgemeester aldaar een
beroep is gedaan op de inwoners. Dat heeft uitstekend ge
werkt.
De heer BLOEMARTS gevoelt veel voor de bedoeling van
den heer Sassen, doch aan de uitvoering daarvan zijn zeer
veie moeielijkheden verbonden. Gaarne wil spreker in de
naaste toekomst nog eens overwegen, of er eene redactie te
vinden is in den geest, als door den heer Sassen is aange
geven. Eene zoodanige redactie is zeer moeielijk. Men kan
eenige artikelen, waarmede niet gevent mag worden, wel met
namen in de verordening aanduiden, doch ten slotte zal men
toch moeten komen tot generaliseeren. Spreker wil derhalve
het voorstel aanhouden.
De heer SASSEN kan zich hiermede wel vereenigen en
trekt, na de toelichting van den heer Bloemarts, zijn voor
stel in.