9 Maart 1907.
93
De heer ROMBOUTS doet opmerken, dat, bij aanneming
van het voorstel, de brugwachter ook zal belast worden met
de bediening der seinlichten, welke op de Trambrug zullen
moeten aangebracht worden. Dit is een voorschrift van den
raad van toezicht op de spoorwegdiensten, voor het geval de
brug bij nacht moet geopend worden. Daarvoor moet eene
tegemoetkoming worden gegeven, want dat is werk, hetwelk
de brugwachter tot nu toe niet had.
De heer SASSEN meent, dat deze kwestie thans niet be
hoeft beslist te worden.
De heer ROMBOUTS wijst er nog op, dat art. 97 van de
algemeene politie-verordening intact blijft, waarin vermeld is,
dat men alleen met vergunning van burgemeester en wethou
ders des nachts mag varen. De betrokken stoombootonder
nemers zullen dus eene doorloopende permissie aan burge
meester en wethouders dienen aan te vragen.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu het onder-
werpelijke voorstel goedgekeurd.
19. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het
schrijven van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, betrek
kelijk hel toekennen van geldelijke vergoeding aan bezoldigde
personen bij de schutterij, die hunne schutterlijke betrekking
verloren hebben of zullen verliezen, luidende dit prae-advies
als volgt
„Om prae-advies werd door u bij besluit van 16 Februari
„1907, A, no. 6, in onze handen gesteld een schrijven van de
„gedeputeerde staten van Noord-Brabant, handelende over het
„toekennen van geldelijke vergoeding aan bezoldigde personen
„bij de schutterij, die als gevolg van het bepaalde in de land-
„weerwet, hunne schutterlijke betrekking hebben verloren of
„zullen verliezen.
„Ofschoon bij koninklijk besluit van 5 Juni 1906, no. 80, de
„dienstdoende schutterij en hare leden voor deze gemeente, te
„rekenen van 1 Juli 1906, voor de toepassing der wet met de
„rustende schutterij en hare leden werden gelijk gesteld (Zie
„raadsnotulen van 14 Juli 1906, no. 5), werden niettemin,
„ingevolge uw besluit van 13 Januari 1906, uo. 13, de bezoldigde