96
9 Maart 1907.
op haar besluit zou terugkomen, dan ligt het voor de hand,
dat dit ook voor Breda zou gelden.
lnmidddcls zou het voorstel van burgemeester en wethou
ders geamendeerd kunnen worden in dien zin, dat het wacht
geld slechts zal worden uitgekeerd tot tijd en wijle er door
een ander in wordt voorzien. Maar we mogen geen slacht
offers maken. De persoon, die met het onderhoud der ge
weren was belast, heeft er jarenlang zijn bestaan in gevonden.
Die man begint al op zekeren leeftijd te komen en kan maar
niet direct iets anders vinden. Ook voor de gemeente is het
niet doenlijk, hem maar aanstonds in eene betrekking te
plaatsen. En de tamboers, voor wie de schutterlijke bezoldiging
eene niet onaardige bijverdienste was, mogen ook niet zonder
iets worden weggezonden.
Als er eene wet komt, waarbij de vergoeding aan de bezol
digde leden der schutterij wordt geregeld, dan vervalt vanzelf
de regeling, van gemeentewege getroffen.
De heer TEYCH1NÉ zegt, dat het volstrekt zijne bedoeling
niet is, om die menschen het wachtgeld te onttrekken, maar
enkel als eene verklaring, dat het op den weg ligt van het
rijk, om hierin te voorzien. Spreker vraagt, wat er verstaan
wordt door openbare betrekking, waarvan in het voorstel van
burgemeester en wethouders sprake is.
De voorzitter antwoordt, dat hieronder verstaan wordt
elke rijks-, provinciale- of gemeente-betrekking.
De heer TEYCH1NÉ vraagt nog, wat er gebeuren zal, als
4 jaar verstreken zijn.
Dan vervalt het wachtgeld geheel, antwoordt de voor
zitter.
De heer SASSEN vindt de zaak wel eenigszins ingewikkeld.
De minister heeft uitdrukkelijk gezegd, dat het rijk er niet in
voorzien kan. Spreker vreest dus, dat men in troebel water
zal visschen.
De voorzitter wijst erop, dat door den minister het
vertrouwen wordt uitgesproken, dat de gemeenten het wacht
geld zullen regelen.