9 Maart 1907.
97
De heer SASSEN is ook van meening, dat het hier geldt
eene rijkszaak. In geen geval zou spreker dit punt vandaag
willen afhandelen.
De heer ROMBOUTS had eveneens gehoopt, dat de regee
ring deze uitgaven op zich zou genomen hebben. Na de uit
drukkelijke verklaring van den minister, gelooft spreker echter
niet, dat het rijk op zijn besluit zal terugkomen.
De heer SASSEN vraagt, of het niet mogelijk is eene af
wachtende houding aan te nemen.
De voorzitter wijst erop, dat een spoedig en beslist
antwoord wordt ingewacht.
De heer SCHELTUS geeft in overweging op hel desbetref
fend schrijven ontkennend te antwoorden. Bij eene formeele
weigering staan de gemeenten sterker tegenover de regeering,
dan dat eene afwachtende'houding zou worden aangenomen.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten
overeenkomstig het voorstel van den heer Scheltus.
20. Nadere behandeling van het voorstel om het tijdstip
voor het houden der zoogenaamde najaarsmarkt (kermis) te-
vervroegen, welk voorstel in extenso is opgenomen in de rands-
notulen van 19 Februari j.l.
De heer JACOBY zegt, dat hij enkele belanghebbenden heeft
gesproken, die hem te kennen gaven dat, als de kermis zou
worden vervroegd, zooals is voorgesteld, deze zou samenval
len met Amersfoort, Apeldoorn, Bergen-op-Zoom en andere
plaatsen. Als de kermis blijft, zooals zij thans is, dan bestaat
er geen concurrentie met andere gemeenten.
Nu zegt men wel, dat het tegenwoordige tijdstip te kort bij
Sinterklaas is, zoodat de winkeliers daarvan nadeel ondervin
den, doch daartegenover staat, dat de kermis na November
vele landbouwers naar Breda lokt. Spreker zou daarom de ker
mis willen behouden op het tijdstip, waarop zij tot dusver was
vastgesteld.
De heer 1NOENHOUSZ wijst erop, dat in de vorige verga
dering sprake was van de Tielsche kermis. Deze wordt gehouden