25 April 1908 101 „dus te Breda 50 °/0 buitcnleerlingen (slechts 45 °/0 kin beren van ingezetenen). „Steeds wordt gezegd, dat de subsidie in hoofdzaak is „voor de buitenlcerlingen, maar hoever staat Breda ten „achter op dit punt bij andere gemeenten. Nijmegen met 5 buitcnleerlingen in 1908, geniet evenveel subsidie als Breda met 50 buitenleerlingen, n.l. 10 000, -. „Januari 1908. „NIJMEGEN. BREDA. „Leerlingen 215. Leerlingen 213. 1 «.bij ouders 170 96 „m de stad wonende3 b. bij anderen 34 11 niet in de stad wonende11 106 „Per leerling van buiten ontvangt alzoo Nijmegen f 909,-- „en Breda 90,50. „Boven is de gemeente Breda vergeleken met de andere „gemeenten in dc provincie, alwaar vijf-jarige hoogere „burgerscholen gevestigd zijn, buiten de provincie vindt „men niet minder sterke tegenstellingen volgens de cijfers „van 1903: Gouda met 23000 inwoners en 49 °/0 leerlingen van „ingezetenen betaat niets, het Rijk f 37000, Den Helder met 26000 inwoners en 93 leerlingen van „ingezetenen betaalt niets, het Rijk 29000, Leeuwarden met 32C00 inwoners en 52 leerlingen „van ingezetenen betaalt niets, het Rijk f 30000, Zwolle met 31000 inwoners en 74 leerlingen van „ingezetenen betaalt niets, het Rijk 30000, Breda met ruim 27000 inwoners en 45 leerlingen van „ingezetenen betaalt thans elk jaar (afgezien van de ge bouwen) ongeveer f 20000, - het rijk betaalt slechts 10000,—. „De gemeente Breda brengt alzoo voor het middelbaar „onderwijs groote offers en 't is een feit, dat dit voor een „groot deel te wijten is aan het groot aantal buitenleer- „lingen. d.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 101